woensdag 26 december 2012

EEN WIRWAR AAN GEVOELENS, OP EEN RIJTJE GEZET.

Om misverstanden te voorkomen: dit is geen nieuwe liefde, deze wirwar aan gevoelens. Nee het is een consequentie van de liefde.

Hoort er ook bij vanzelf, daarom schrijf ik erover en dat doe ik, omdat – zo leerde de ervaring mij - daarna de puzzelstukjes op de juiste plek vallen.

Het beëindigen van een liefde is vaak kommer en kwel en ik kom daar ook niet helemaal onderuit.
Na het beëindigen van de relatie was ik aanvankelijk zeer opgelucht, want alle spanningen, die zich zo langzamerhand opgehoopt hadden, vielen van mij af.
Heerlijk dacht ik, geen rouwproces (tegen beter weten in) maar de opluchting gaf mij een fijn gevoel van ruimte en rust.
Daarvoor was ‘het verlangen’ al weggevallen, kortom het was een weldaad.

Maar ja, dat duurde niet lang, nee zo langzamerhand komt er een wirwar aan gevoelens naar boven, waar je ‘U’ tegen zegt.
Via haat en rancune naar pijn en verdriet en dan weer naar kwaadheid, want mijn ego voelt zich gekwetst en wil gehoord worden en laat ik mijn zelfmedelijden ook niet tekort doen. Daarachter zit de pijn van het gemis en onder die hele mikmak, dreigt de leegte zich te manifesteren.

Mijn basis is gelukkig niet ongelukkig. Ben dus niet depressief en zit ook niet in een dipje…. Nou ja, soms dan.
Ik heb het er wel druk mee en wil het liefst zowel de positieve, als de negatieve uitingen weg hebben. WEG moeten ze, maar ze laten zich niet wegjagen.

Daarom schrijf ik alles op in een dagboek of speel therapeut en cliënt tegelijkertijd en gelukkig, steeds weer opnieuw, moet ik om mezelf lachen.
De humor is G’d zij dank niet verdwenen.
Immers steeds weer, verliezen de tegenstrijdige gevoelens hun kracht en ga ik over tot de orde van de dag.
Totdat….alles opnieuw begint.
Mijn hemel, wat word ik er moe van!!

Maar t’ is niet anders, ’t is lijden, totdat de puzzel op zijn plek ligt, of
gaat het nooit over…..!?
Nee, echte liefde gaat nooit over, alleen de pijn gaat voorbij, toch?

zaterdag 22 december 2012

DE 'VRIJE' WIL

 

De vrije wil kreeg ik als negenjarig kind voor het eerst duidelijk, toen ik aan mijn moder vroeg: 'waarom zijn wij op deze wereld. Wat moeten wij hier doen?'
Mijn moeder voelde zich blijkbaar overvallen door deze vraag, want ongeduldig antwoordde ze, dat ik moest gaan spelen en niet zo zeuren.

Toen bedacht ik, dat ik dan zelf maar iets moest bedenken, want als grote mensen al niet weten waarom we hier zijn, dan maak ik er zelf maar wat van, besloot ik.
Eén ding was mij wel duidelijk, ik wilde geen huisvrouw worden.
Het was jammer, dat ik geen jongetje was, maar ja, daar was nu eenmaal niks aan te doen. Maar thuis blijven om de boel op orde te houden en dan ook nog kinderen krijgen….?!
Een eigen leven, wilde ik, maar hoe en wat?

En tevreden met wat ik bedacht had ging ik spelen. Als kind voelde ik een constante druk, omdat mijn wil zelden strookte met die van anderen.
Dit mocht niet, dat kon niet, het hoorde niet, etc.
Nou was mijn kindertijd absoluut geen hel, maar om nou te spreken van een vrije wil?
Ik bedacht dus oplossingen, niet wetende, dat ik daar later in mijn leven last van zou krijgen, omdat in mijn gedrag bepaalde automatismen slopen, die mijn vrije wil later belemmerden.

Dus veel later, toen ik werkte aan ‘mijn verliezen’ bij een therapeute, die vanuit 'het innerlijke kind' werkte kreeg ik duidelijk, waarom ik zo nu en dan vaag vervelende gevoelens kreeg bij mijn gedrag. Ik reageerde soms primair of te secondair.
Door situaties vanuit mijn kindertijd op te roepen, die ik met bovengenoemde gevoelens associeer en ze opnieuw doorleef, kan ik nu opnieuw kiezen hoe ik wil reageren en dat geeft mij ruimte en vrijheid.

Waarmee ik niet de suggestie wil wekken, dat wij een totale vrije wil hebben.
Nee, er is nog niet zo lang geleden een onderzoek geweest, waaruit blijkt, dat wij veelal reageren vanuit dieper gelegen lagen.
Maar daarover misschien later.

donderdag 13 december 2012

HET LEVEN GAAT, ZOALS HET LOOPT.....

Lang geleden ontmoette ik een man, waar ik verliefd op werd. Wij volgden echter ieder een andere weg, omdat we toen blijkbaar nog niet voor elkaar bestemd waren.
Maar na jaren, toen ik vanuit een schrijfcursus opdrachten kreeg om verhalen te schrijven, kwam zijn naam steeds bovendrijven en het schrijven lukte van geen kant. Alleen zijn naam werd mijn houvast en uiteindelijk zocht en vond ik hem via internet.

Een brief volgde, die hij beantwoordde, maar daarna schreef hij, dat ik te dichtbij kwam en dat hij dit niet wilde. Aardig wanhopig maakte me dit, want ik had een ethisch probleem, dat ik met hem wilde bespreken. ‘Wat nu’, zei Pichegru!

Wat ik nooit voor mogelijk had gehouden, gebeurde. Ik ging hem stalken.
Nee, ik lag niet voor zijn deur. Ik bleef hem mailen, een paar maanden lang en net toen ik dacht: ‘dit zet geen zoden aan de dijk’ schreef hij mij terug en vroeg, als ik hem dan tóch mailde, om over onderwerpen te schrijven, die hij leuk vond.
Kerst 2009 was het keerpunt.

Sindsdien zijn wij contact blijven houden, op een paar tussenpozen na.
Er ontwikkelde zich een diepe warme vriendschap, waarbij liefde in het spel was.
Alleen kon de liefde zich niet blijvend ontwikkelen, omdat het een: ‘aai poes - weg kat – relatie’, betrof. Als wij te close werden, wist ik al, dat er daarna een afstandelijke periode intrad, waarin hij het echte contact meed. Bovendien mocht hij mij dan niet zo graag en de liefde verdween misschien niet helemaal, maar toch grotendeels.

Hij schreef mij, dat er delen in hemzelf waren, die hij niet accepteerde en als hij dat zo ervoer, dan projecteerde hij die gevoelens op mij.
Hij was in behandeling bij een therapeut, maar ik had niet zo de indruk, dat die werkte aan zijn kracht. In ieder geval viel hij geregeld terug op zijn thuisfront, zijn veilige basis.

Het is drie jaar lang een relatie van aantrekken en afstoten, totdat ik mij realiseer, dat ik dit niet meer wil, hoe groot mijn liefde en begrip ook zijn .
Ik voelde de kloof tussen ons groeien en zo eindigde mijn grote liefde.
En voor hem? Wel hij deelde me en passant mee: ‘mijn liefde voor jou is niet zo overweldigend.’ Het zij zo!

In ieder geval heeft deze liefde mij rijker gemaakt en met deze bagage ben ik alweer  onderweg en zie wel!


woensdag 12 december 2012

PARAPSYCHOLOGIE

Al weer heel wat jaren geleden, toen ik nog in Limburg woonde, ‘wist’ ik op een ochtend, dat ik een ongeluk zou krijgen. Hoe ik dat wist? Geen idee! Ik wist het.

Maar ja, wat doe je dan!? Thuisblijven? Daar had ik geen zin in, bovendien hoe zouden de mensen op mijn werk reageren, als ik ze meldde, dat ik wist een ongeluk te krijgen? Op zijn minst zouden ze denken, dat ik niet goed snik was. En om me nu ziek te melden? Nee, daar voelde ik niks voor, want ik was niet ziek en bovendien wilde ik gewoon werken. Op naar mijn werk dus.

Ik nam me voor een alternatieve route te nemen, waar ik voorzichtig kon rijden, omdat het op die route nooit druk was. Ik kon het rustig aan doen.
Het ging allemaal goed totdat een oudere meneer bij een kruising met zijn auto links voorsorteerde en daarna rechtsaf sloeg, vlak voor mijn auto langs en het kon niet uitblijven, dat ik hem in zijn flank greep.
Gelukkig waren er geen persoonlijke ongelukken, alleen blikschade.
Al vervelend genoeg natuurlijk.

Later, toen ik in de Betuwe woonde en daar nieuwe buren kreeg, ‘wist’ ik, dat ze gingen scheiden. Ook in gesprekken met mensen ‘wist’ ik vaak dingen, die ik niet kón weten!
Al deze wonderlijkheden maakten mij nieuwsgierig naar parapsychologie.
En toen ik in de omstandigheden verkeerde niet meer buitenshuis te werken, nam ik de gelegenheid te baat om mij daar eens in te verdiepen.
Ik was nieuwsgierig of er veel onderzoek naar parapsychologie werd verricht en hoe dat in zijn werk ging. Dus ik gaf mij op voor een cursus.

Met de vragen:
- kan ik mijn intuïtie verfijnen en verdiepen?
- hoe kan ik iets ‘weten?’ of is het een soort geloof?

Er Is een voorwaarde verbonden aan de deelname van de studie, namelijk, dat het alleen zin heeft om te beginnen vanuit een open houding.
Er wordt geen pleidooi gehouden voor een lichtgelovige, kritiekloze houding, maar wel, dat men zich niet bij voorbaat afsluit voor alles wat onbekend is, onverklaarbaar lijkt en niet past in ons vertrouwde wereldbeeld. (Drs.J.Maes, NTI-cursussen)

En zo sprong ik in het diepe!

vrijdag 7 december 2012

EEN KLEIN KAMERTJE....

Vandaag is mijn moeder verhuisd naar een zorgcentrum voor ouderen.
Gisteren heb ik haar opgehaald uit het volledig onttakelde oude huis, zodat ze de nacht daar niet hoefde door te brengen.
Ze droomde, dat ze een hond was met alleen een hok tot haar beschikking en ze draaide steeds om haar eigen as. Ze kon geen kant op en voelde zich zeer
verdrietig en opgesloten.

Mijn moeder levert een belangrijk deel van haar zelfstandigheid en haar privacy in en dat vertaald zich in het wonen in een kleine kamer, waar ook haar bed staat.

Toen ik haar vanmiddag naar haar nieuw onderkomen bracht, was ze blij verrast, omdat ze daar de essentie van haar zijn terugvond.
Haar sfeer, de eigenheid van de antieke meubels, haar boeken, dit alles was er en ze voelde zich opgelucht en gelukkig. ‘Wat heb ik nu nog te wensen’, zei ze.

Ook al omdat de zorgmanager haar verzekerde, dat zij zelf haar besluiten kan nemen ten aanzien van de zorg, die ze behoeft en het wel of niet deelnemen aan gezamenlijke maaltijden en/of georganiseerde bijzonderheden, zoals een kerstmaaltijd. Zij heeft dus nog altijd haar eigen huis, ook al is dit nu een onderdeel van een groter geheel.

Naarmate wij ouder worden leveren wij steeds meer in en toch…..
wat wij loslaten is niet alleen materie, wat wij tot het laatst proberen vast te houden is onze identiteit.
Want als wij dat ook nog verliezen, zijn wij zelf verloren.