Sigmund Freud |
Niettemin is er nog veel te doen voordat de droomwetenschap voor eens en altijd afgerond zal zijn. Intussen breidt het bestand door andere vormen van analyses en casestudies zich uit. Huidige en toekomstige droomwetenschappers kunnen dus over meer dan voldoende materiaal beschikken.
Het viertrapsmodel.
HET BEWUSTZIJN wordt geleid door het ego – het ‘ik’ dat in de buitenwereld kan handelen en over een wil beschikt. Het bewustzijn is het rationeel denkende, zelfbewuste deel van onze geest.
HET VOORBEWUSTE bevat materiaal, dat op commando voor het bewustzijn toegankelijk is, bijvoorbeeld: feiten; herinneringen; ideeën en motieven.
HET PERSOONLIJK ONBEWUSTE bevat half-vergeten herinneringen, verdrongen trauma’s en gevoelens van ongeaccepteerde motieven en verlangens.
Freud noemde dit niveau het 'íd’. In zijn visie de primitieve, instinctieve kant van de mens, die door het ego beteugeld moet worden.
HET COLLECTIEF ONBEWUSTE is een genetisch doorgegeven laag van de geest, die in de opvatting van Jung voor het menselijke ras fungeert als een onuitputtelijke historisch magazijn. Het is een opslagplaats van ideeën, symbolen, thema’s en archetypen, die de grondstof vormt van ontelbare mythen, legenden en religieuze systemen.
NIVEAU 1 is het meest oppervlakkig. Deze dromen gebruiken voornamelijk materiaal uit het voorbewustzijn. Droombeelden op dit niveau mogen vaak letterlijk genomen worden.
NIVEAU 2 heeft te maken met materiaal uit het persoonlijk onbewuste. Het gaat in deze dromen vooral om de symbolische taal, waarvan een groot deel bij de aard van de dromer hoort.
NIVEAU 3 verwijst naar – zoals Jung het noemde – ‘grote dromen’. In deze dromen wordt materiaal verwerkt uit het collectief onbewuste en er worden alleen symbolen en archetypen gebruikt.
Het bovenstaande is gebaseerd op twee theorieën.
- uiting geven aan verdrongen verlangens en instincten (Freud);
- het collectieve onbewuste, dat cruciaal is voor ons welzijn en niet alleen de beelden van onze dromen voortbrengt, maar ook die van mythen, legenden en religieuze opvattingen (Jung).
Jung |
Droomonderzoek is één van de weinige gebieden waarop de leek naast de professional, competent kan zijn. Men heeft geen andere instrumenten nodig, dan een aantekenboekje en een pen voor het opschrijven van de dromen, wat hulp bij de interpretatie (een boek) en de motivatie. Gewapend met deze minimale hulpmiddelen kan ieder mens dieper in zijn droomleven doordringen en zijn eigen conclusies trekken over de functie en waarde van zijn of haar dromen.
DE TAAL VAN DE ARCHETYPES
DE TAAL VAN DE ARCHETYPES
Archetypes |
Aanhangers van Jung benadrukken echter, dat wij ons nooit met afzonderlijke archetypes mogen identificeren, omdat elk archetype niet meer dan een deeltje van ons totale zelf vertegenwoordigt.
Archetypische dromen komen vooral voor in een overgangsperiode, zoals het begin van de lagere school; de pubertijd; adolescentie; eerste kind; middelbare leeftijd; menopauze en het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. Ze komen ook voor in onrustige en onzekere tijden en markeren vooruitgang in het individuele proces en de geestelijke volwassenheid.
Veel archetypische dromen kennen magische reizen of zoektochten, die symbolisch zijn voor het zoeken naar een bepaald aspect van onszelf. Een terugkerend thema in sprookjes is bijvoorbeeld de jonge held, die naar een vreemd land reist om zijn mannelijkheid of ware zelf te ontdekken, voordat hij terug komt om een jonkvrouw in nood te redden. Dit symboliseert een reis naar het onbewuste, waarin de dromer zoekt naar fragmenten van zijn psyche, omdat de integratie daarvan zijn zelfvertrouwen vergroot.
Het onderwerp: Dromen in historisch perspectief komt binnenkort aan de orde.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten