maandag 25 maart 2013

DE TOEKOMST VAN DIT BLOG

Ineens in een flits schoot mij vanochtend te binnen, dat ik me nogal kritisch over het boek 'Vijftig tinten grijs' heb uitgelaten


Vijftig tinten grijs
en in vrijwel dezelfde bewoordingen heeft de Amerikaanse meneer zich geuit over mijn blog op internet.Van rancune gesproken!

In ieder geval open ik binnenkort een nieuw blog met een andere opzet en ook dit huidige blog zal blijven bestaan en daarom heb ik besloten de naam ‘Mijn vele liefdes’ niet te veranderen, zoals eerst in mijn bedoeling lag. Misschien pas ik de vorm en de inhoud iets aan. We zien wel.
Uiteindelijk heb ik al een bepaalde lezerskring, dus waarom zal ik het moeilijker maken dan nodig is.

Een citaat van Jan Blokker uit ‘De vergelding’ wil ik voor wie het nog niet gelezen heeft niet onthouden:


Jan Blokker Jr.

NIETTEMIN:
IEDERE WAARHEID IS SLECHTS EEN INTERPRETATIE
VAN WAT ZICH IN WERKELIJKHEID HEEFT VOORGEDAAN.





EN NU DRINK IK OP DE MENSEN

Ik drink op de mensen
die bergen verzetten
die door blijven gaan met hun kop in de wind.
Ik drink op de mensen
die risico's nemen
die blijven geloven met het geloof van een kind.

Ik drink op de mensen
die dingen beginnen
waar niemand van weet wat de afloop zal zijn.
Ik drink op de mensen
van wagen en winnen
die niet willen weten van water in wijn.

Paul van Vliet

Ik drink op de mensen
die blijven vertrouwen
die van tevoren niet vragen 'voor hoeveel'  en 'waarom'.
Ik drink op de mensen
die door blijven douwen
van doe het maar wel en kijk maar niet om.

Ik drink op het beste
van vandaag en van morgen.
Ik drink op het mooiste waar ik van hou
Ik drink op het maximum
wat er nog in zit.
In vandaag en in morgen, in mij en in jou.

(Paul van Vliet)

zaterdag 23 maart 2013

DE NAAM VAN MIJN BLOG GAAT VERANDEREN


Op het verkeerde been zetten
Onderstaand bericht is bestemd voor de mensen, die mij geregeld en hopelijk graag lezen. Het ligt namelijk in mijn bedoeling, de naam van dit blog te veranderen.
Zodra de naam en de ingangsdatum duidelijk zijn, laat ik je dit via deze site weten.


Waarom dit blog en de naam: Mijn vele liefdes?

Puur uit egocentrische motieven heb ik een blog opgezet met behulp van mijn nichtje B. De naam ‘Mijn vele liefdes” heb ik gekozen, omdat ik over alle mogelijke interesses mijnerzijds wilde schrijven. De naam vond ik grappig klinken, omdat je er inderdaad van alles bij kunt denken en het je ook op het verkeerde been kan zetten.
Een plagerijtje dus, maar ja, dat blijkt achteraf eigenlijk eerder tegen dan voor mij te werken.

Want gisteren las ik bij toeval op internet, dat mijn artikelen niet prikkelend en uitdagend genoeg zijn voor vrouwen, althans volgens een Amerikaanse meneer.
Dat geloof ik graag, want ik schrijf niet uitsluitend voor vrouwen, bovendien heb ik geen behoefte om te prikkelen en uit te dagen. Wel wil ik graag uitnodigend overkomen bij mensen, die geïnteresseerd zijn in het soms ongewone leven van alledag, waarin het kleine, ook wel eens groot kan zijn. Bovendien schrijf ik mede voor mijn eigen genoegen, omdat ik een uitlaatklep nodig heb.


Dank zij bovengenoemde Amerikaanse meneer ben ik  gaan nadenken over de inhoud van mijn blog. Ten eerste heb ik de indruk, dat ik de naam van mijn blog moet veranderen, want deze wekt verkeerde verwachtingen op.


Valse verwachtingen?
 Ten tweede spreken vooral de artikelen over dromen en de boekbesprekingen aan.
Misschien moet ik me daar meer op gaan richten, maar dat weet ik nog niet zeker, omdat de grootste groep lezers niet expliciet een artikel aanklikt.
Bovendien beperk ik mezelf dan ook en ik heb meer ruimte nodig.

Toch word ik soms geciteerd door andere websites wat me plezier doet. En als ik naar de cijfers van Google kijk heb ik deze vier en een halve maand dat ik dit blog beheer: 1091 bezoekers mogen ontvangen over deze laatste maand en over de andere maanden (geschiedenis): 3129.
Maar eigenlijk weet ik niet of dat veel, weinig of normaal is, want als je pas begint met het schrijven van een blog komen er steeds nieuwe dingen op je af en ik veronderstel, dat ik nog  lang niet alles heb ontdekt.

Dank aan Google, want de leukste plaatjes, die ik bij de artikelen plaatste, zijn afkomstig van hun pagina met afbeeldingen, waarvan Google een aantal extra in beeld bracht en die werden dan ook enthousiast aangeklikt door een groot aantal bezoekers.

Vooral het artikel Het leven gaat, zoals het loopt’ is vaak bezocht, waarbij ik niet hoop, dat het plaatje van het beertje meer interesse opriep, dan het artikel zelf. Het zoekwoord 'schrijven' komt in ieder geval vaak voor en dat is een troost.
En de artikelen over ‘dromen, met name de verschillende dromen en de theorie’  gaan zelfs heel goed. Liefde en liefdesgedichten zijn ook een gewild artikel, maar ik verwacht niet, dat ik daar nog veel over zal schrijven in de toekomst.
Gelukkig worden de artikelen, waarin de filosofie (artikel 6, 7, 8 en 10) een belangrijke plaats inneemt, ook bezocht.


Jezelf zijn en weten wie je bent.
De meest gelezen artikelen van deze week zijn:

  1. Dromen in historisch perspectief;
  2. Het leven gaat, zoals het loopt;
  3. Dromen, betekenisniveaus;
  4. Italiaanse schoenen;
  5. Stoner (John Williams);
  6. Hoe te leven en lief te hebben;
  7. Spinoza, gerechtigheid, liefde en waarheid;
  8. Liefde en moraal;
  9. A second-hand-Rose;
  10. Politiek en filosofie hebben religie nodig.





woensdag 20 maart 2013

HOE TE LEVEN EN LIEF TE HEBBEN.

Simon Critchley, de Britse filosoof, waarover ik al eerder geschreven heb (Liefde en moraal; Politiek en filosofie hebben religie nodig) en die in zijn interview in de Volkskrant d.d. 3 januari j.l. vaststelde dat de bijbel ons weer mores kan leren, heeft zijn visie waarschijnlijk ontleend aan de scholastiek, de wijsbegeerte vanuit de middeleeuwen, hierbij gaat het meer om het verduidelijken en overdragen van reeds bestaande opvattingen.

Maar zoals Spinoza in de zeventiende eeuw al schreef: 'het geloof leert gerechtigheid en liefde, de filosofie waarheid.'  Spinoza voegt daar nog aan toe:
'De godsdienst leert gehoorzaamheid en doet dit door een geloof in een persoonlijke god, die menselijk gedrag beloont en bestraft, nu en in het hiernamaals. '
De grond van het morele gedrag is hier dus de hoop op beloning en de angst voor straf en ligt daarmee buiten de moraal zelf.
Simon Critchley, filosoof

De heer Critchley beschouwt de dominantie van de markt in de rechtstaat als een vijand en hij beschuldigt ons van zelfgenoegzaam secularisme, waarvan  Wilders en Fortuyn konden profiteren.
Maar ook ironie en pragmatisme zijn blijkbaar niet gewenst en bovendien zijn wij niet meer in staat tot liefhebben. Het schuldgevoel is volgens hem nodig om ons weer in het gareel te krijgen, toch?

Beste meneer Critchley

Ik geloof waarachtig, dat u in het interview al bezig was om uw geloof op mij uit te testen. Bijna was het u gelukt om met uw bovengenoemde opmerkingen mij een schuldgevoel aan te praten, want de bijbel had ik zelfs al in mijn handen om de broodnodige richtlijnen te raadplegen om zodoende weer te kunnen liefhebben bijvoorbeeld, maar zoals het met veel dingen zo gaat, dacht ik ineens: 'wacht even, wat vind ik daar nu zelf van?'

Was het maar zo gemakkelijk in deze complexe wereld om de problemen zo te duiden en op te lossen, denk ik misschien niet helemaal onterecht.
Ik ben overtuigd van uw goede bedoelingen, alleen er zit iets in uw redenering waar mijn intuïtie zich tegen verzet, het voelt aan alsof u het kind met het badwater wilt weggooien en daarmee voorbij gaat aan de essentie van de problemen, terwijl u wel degelijk essentiële zaken aan de orde stelt. Maar wij kunnen toch moeilijk de klok terugdraaien naar de middeleeuwen? Daarom heb ik er maar eens één van onze bekendste filosofen Spinoza op nageslagen om het proces van de secularisatie en democratisering opnieuw te bestuderen.

Is er wel iets mis met deze nieuwe tijd, waarin veel aan verandering  onderhevig is?
Eén ding is zeker en dat is, dat er veel onzekerheden zijn. Er is wel het een en ander aan de hand en schuldgevoel zal zeker niet uitblijven, maar om nu meteen de bijbel en het schuldgevoel als richtlijn te prediken? Maar het mag wel natuurlijk.

Alleen zit daar volgens mij nu net de crux meneer Critchley, want in onzekere tijden is het evenwicht meestal zoek en wij verkeren niet in, wat tegenwoordig zo mooi heet ‘een  comfortzone' .
Denkt u nu niet, dat ik geen richtlijn gebruik. Jazeker ik gebruik de levensboom van de Kabbalah als richtlijn voor een ethische levenswijze, maar niet omdat mij dit is opgedrongen, of omdat ik op zoek ben hoe ik mezelf in het gareel moet houden. Zo nu en dan check ik of ik nog op de goede weg zit, dus een evenwichtig persoon ben en blijf.


De levensboom
De Kabbalah bijvoorbeeld gaat uit van de totaliteit en van de onderlinge samenhang van alle verschijnselen, het complementaire denken dus. Dit in tegenstelling tot uw visie.
U probeert dit op te lossen door de ander of een gebeurtenis te beschouwen als iets wat verkeerd of fout is. Ik denk eerder aan het verwerven van inzichten in de samenhang van de dingen, vanuit mijn visie, dat er niets voor niks gebeurt.
Daarin past het gegeven, dat ik het niet eens ben met uw visie, maar desalniettemin houdt u mij nu al wekenlang aan het lijntje. Kortom: u stimuleert mij om mijn opvattingen opnieuw te definiëren .

Mag ik u om te beginnen ongevraagd adviseren nota te nemen van de visie van onze vicepremier en minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de heer Assher? Dan verwijs ik u hierbij  graag naar zijn interview in de Volkskrant d.d. 20 februari j.l.
Hij onderstreept met zijn opvattingen onze normen en  verworvenheden.
de heer Assher 
Duidelijk zijn, zegt de heer Assher, in wat wij verwachten van degenen, die bijvoorbeeld willen integreren in ons land. Dat lijkt mij een goed uitgangspunt, waarbij wij niet schuwen om streng, rechtvaardig en liefdevol te handelen om helder te maken waar wij voor staan.

In Arnhem hebben wij, om een concreet voorbeeld te noemen, op dit moment een probleem, dat illustratief kan zijn voor hoe wij ons ethisch willen gedragen in dit land. Hierbij zijn onze normen en verworvenheden het uitgangspunt. En door dit streng, rechtvaardig en liefdevol aan te pakken kunnen wij onze medeburgers helpen te integreren.

Het gaat hierbij om de jongens, die op de televisie  'sans gene' verwoordden, dat zij Hitler's doen en laten toejuichen en zijn visie verheerlijken en te erg  is voor woorden om hier te herhalen. Mijn haren rijzen nog steeds ten berge bij de herinnering daaraan. En ook de situatie met het Turkse kind, dat al negen jaar opgevoed wordt door zijn lesbische adoptie ouders en waarover nu ineens commotie bij de natuurlijke moeder en in Turkije is ontstaan.
Je moet je afvragen waarom dit nu na negen jaar (!) een hype moet worden, maar dat terzijde.

Zoals hierboven al een paar keer is verwoord, streng, rechtvaardig en liefdevol het probleem aanpakken en verwoorden, dat wij dit niet willen in Nederland. Er zal met de ouders, de school en de jongens gesproken worden, waarbij er gewezen wordt op wat wij van ze verwachten, namelijk, dat ze onze normen respecteren en accepteren, dat er niet gediscrimineerd wordt in dit land.

Ik hoop, dat u zich ook een beetje door mij gestimuleerd voelt en misschien bent u ook benieuwd hoe onze bekende filosoof Spinoza een aanzet heeft gegeven tot een andere manier van denken,  want dit geeft ons de vrijheid om mensen rechtvaardig en liefdevol te behandelen vanuit onszelf.
En ook al denkt de ander heel anders en gruwen wij daarvan, wij zullen boven onszelf uit moeten stijgen om de huidige problemen op te lossen.
Want waar blijven wij anders met onze democratische inborst?

Met vriendelijke groeten,

Ellen





SPINOZA, gerechtigheid, liefde en waarheid.

Baruch Spinoza
In de ogen van zijn tijdgenoten is Spinoza (1632-1677) een goddeloos filosoof en dat betekende toen, hetzelfde als immoreel. Alleen het raadselachtige aan Spinoza was, dat hij een onberispelijke levenswandel had, dus moreel een hoogstaand mens is geweest. Iets onbestaanbaars dacht men toen.

Spinoza heb ik opnieuw ontdekt. Tijdens mijn opleiding heb ik natuurlijk over hem gelezen, maar ben de essentie helemaal kwijt geraakt, foei!
Edoch een nieuwe wereld opent zich voor mij.
Vooral in die tijd moet zijn originele denkwijze als een bom in het midden van de gemeenschap zijn gevallen.

Op 24 november 1632 wordt Baruch (de gezegende) de Spinoza in Amsterdam geboren.
Zijn roepnaam is Bento en hij doet veel aan zelfstudie, maar zijn kritische opvattingen wekken het ongenoegen en de afkeuring op van de geestelijke leiders van de joodse gemeenschap.
In 1656 wordt Spinoza met een banvloek uit de synagoge gestoten, daardoor is het alle joden inclusief zijn familie en zakenrelaties verboden contact met hem te onderhouden.
De breuk met het jodendom heeft ingrijpende gevolgen gehad voor zijn persoonlijk leven, maar hij krijgt, doordat hij afgesneden is van zijn familie, vrienden en werk (hij mocht eveneens als koopman zijn werk niet meer uitoefenen) ook de vrijheid om zich op de ontwikkeling van zijn filosofie te storten en om vele nieuwe contacten op te bouwen, die voor hem van groot belang zijn geweest. Na de dramatische breuk met het jodendom voert Spinoza de Latijnse vertaling van Bento/Baruch als voornaam: Benedictus.

In de middeleeuwen bedreef men de wijsbegeerte op scholastieke wijze, het is een bepaalde manier van filosoferen, die vanaf de twaalfde eeuw tot ver in de zeventiende eeuw in Europa dominant is.
De scholastieke methode is niet zozeer het ontwikkelen van nieuwe wijsgerige en wetenschappelijke inzichten, maar het verduidelijken en overdragen van reeds bestaande opvattingen. Het kader voor die opvattingen wordt gevormd door het geloof, wel aangeduid met de formule: ‘geloof, dat op zoek is naar begrip.’


 Een samenvatting van Spinoza’s filosofische ideeën, die hij tot ongeveer 1661 heeft ontwikkeld, treffen we aan in een Nederlandse vertaling ‘De Korte Verhandeling van God, de mensch en deszelvs welstand' – een ongepubliceerd werk - en veel daarvan is nog ontleend aan Descartes. Later zal Spinoza zijn zeer oorspronkelijke eigen visie ontvouwen. Ondanks dat, toont het werk van Spinoza reeds het basisplan namelijk de driedeling: ‘God, mens, geluk (welstand)' Spinoza’s eigen benadering.


Uitgangspunt van Spinoza’s filosofie is de volledige identiteit van God en de natuur. God is immanent en niet, zoals in de joods-christelijke traditie, transcendent, dat wil zeggen een wezen, dat zich buiten de wereld bevindt.

Alles gebeurt volgens de onwrikbare bepaaldheid van de natuurwetten, die niet anders zijn, dan Gods wetten. De mensen, modificaties van de ene goddelijke substantie, nemen zoals alle dingen, hun eigen plaats in, in de natuur.
Dat is niet, zoals ze zelf denken naar Gods beeld en gelijkenis. De hele scheppingsgedachte is voor Spinoza absurd, omdat die immers alleen zin heeft voor zover men onderscheid maakt tussen God en de natuur. Als God niet buiten – en dus ook niet vóór – de natuur kan bestaan, kan hij deze ook niet scheppen.

In Spinoza’s visie is er zeker plaats voor de godsdiensten, niet omdat ze ons enige ware kennis verschaffen, maar omdat ze richtlijnen bevatten voor moreel gedrag.
Wijze individuen hebben deze richtlijnen niet nodig, maar voor het functioneren van de maatschappij als geheel – is geen optelsom van individuen – is enigerlei vorm van godsdienst, uiterst heilzaam.
De bijbel leert ons slechts gehoorzaamheid aan een moraal, daardoor is een deugdzaam leven ook weggelegd voor eenvoudige en ongeletterde lieden. Zij leren vroomheid uit de bijbelse verhalen, die op hun begripsvermogen is toegesneden.
Met waarheid, ofwel kennis van de werkelijkheid, heeft dit niets te maken, dat is het terrein van de filosofie, die onderzoekt de aard en eigenschappen van de natuur (en dus van God). In die tijd heeft de filosofie een zeer ruime betekenis, want ook de natuurwetenschap valt daar bijvoorbeeld onder.

HET GELOOF LEERT GERECHTIGHEID EN LIEFDE, DE FILOSOFIE WAARHEID.

Spinoza spreekt van de allerhoogste voldoening en gemoedsrust, die voortkomen uit het bewustzijn, dat alles geschiedt door de kracht van een hoogst volmaakt zijn.
Dit samenvallen van inzicht en geluk heet bij Spinoza: ‘verstandelijke liefde tot God’.
Deze vorm van liefde is echter moeilijk te bereiken en is zeker niet voor iedereen weggelegd, waarbij ook de verbeelding en de hartstochten altijd een belangrijke rol blijven spelen in onze pogingen om gelukkig te worden, want ze maken immers deel uit van onze natuurlijke gesteldheid.

Een voorwaarde is, dat er volstrekte vrijheid van denken en filosoferen bestaat zonder censuur of dwang van de zijde van kerken en overheid.

De optimale staatsvorm is derhalve de democratie

Volgens Spinoza heeft het moraal twee bestanddelen: gerechtigheid en liefde jegens de naaste. Spinoza acht deze principes universeel, dat wil zeggen, dat ze uit de aard van de mensen volgen en ook de kern uitmaken van de moraal, die de bijbel leert.
Filosofie en theologie stemmen hier dus overeen. Een radicaal verschil is de fundering van de moraal.

De godsdienst leert gehoorzaamheid en doet dit door een geloof in een persoonlijke God, die menselijk gedrag beloont of straft, nu en in het hiernamaals.
Op grond van het morele gedrag is hier dus de hoop op beloning en de angst voor straf en ligt daarmee buiten de moraal zelf.

De filosofie daarentegen leidt tot deugdzaamheid op grond van een juist inzicht in de natuur en de plaats van de mensen daarin.
Daarbij is de motivatie niet langer buiten de moraal gelegen. Geluk is niet de beloning van de deugd, maar de deugd zelf, zo luidt de laatste stelling van de Ethica.

Kortom: Spinoza pleit voor deugdzaamheid – en leeft daar zelf ook naar – maar de traditionele fundering: het geloof in een persoonlijke transcendente God en een leven na de dood, waarin de deugd beloond zal worden, werpt hij volledig omver.

Het zijn zeer fundamentele vragen, die in Spinoza’s denken aan de orde worden gesteld. Dat is waarschijnlijk ook de reden waarom hem in latere eeuwen zowel verguizing en verering ten deel is gevallen.

N.B. Bovenstaande informatie is gebaseerd op de gegevens van de Open Universiteit Nederland.

zaterdag 16 maart 2013

STONER (JOHN WILLIAMS)

William Stoner overlijdt aan het eind van het boek, Op dat moment realiseer ik me, dat ik van deze man ben gaan houden, want ik voel me geraakt en de tranen staan in mijn ogen, maar ik heb nog een foto van hem, omdat deze op het omslag van het boek staat afgedrukt en de foto geeft de man weer zoals ik lees hoe hij is.
Aimabel, respectabel en waardig. Hij doet mij denken aan de twee mannen, waar ik het meest van heb gehouden: mijn grootvader en David.


Stoners kracht, waarvan de basis is gevormd in zijn jeugd, betekent niet weglopen voor de problemen, maar ze juist ondergaan. Zijn vasthoudendheid daarin, helpt hem om de problemen in zijn huwelijk en in zijn universitair werk te accepteren.
Zo weloverwogen als hij te werk gaat in zijn studie en later in zijn functie als professor aan de universiteit, zo impulsief stapt hij op jonge leeftijd in het huwelijk met Edith.
Hij vindt haar ogen prachtig en denkt, dat ze warmte uitstralen.

Edith en William weten beiden wat eenzaamheid is en bij Stoner is de behoefte aan warmte, aandacht en samenzijn groot en hij projecteert deze gevoelens op Edith. Dat kan mede de impulsiviteit van William Stoner verklaren. Binnen een maand echter, nadat ze getrouwd zijn, weet hij dat dit huwelijk een grote vergissing is.

Hij blijft in dit huwelijk, ook al leert hij te zijner tijd een jonge vrouw (Katherine Driscoll) kennen, die hem kan geven waar hij behoefte aan heeft. En hij leert wat liefde betekent. Het is geen eindpunt ontdekt hij, maar een proces zonder eind.
Stoner vraagt bevestiging aan Katherine of ze met hem mee gaat mocht hij huis, haard en werk willen verlaten en dat beaamt zij.
Maar…. gaat Stoner verder, je weet toch, dat ik dit niet werkelijk zal doen? Nee, dat verwacht ze niet. Hij constateert ‘het zou ons beiden vernietigen.’

Stoner heeft een dochter waar hij heel veel van houdt, doch Edith zorgt er later voor, dat hun diepe genegenheid voor elkaar onmogelijk tot uitdrukking kan worden gebracht.
Edith is niet opgewassen tegen het leven en zij projecteert haar onvermogen op Stoner, zij verklaart hem de oorlog en maakt het leven voor hem zeer moeilijk. Ook hun dochter Grace lijdt daaronder. Om het ouderlijk huis te kunnen verlaten zorgt Grace ervoor zwanger te raken en ze trouwt met de vader van het kind. Later raakt ze aan de drank, omdat ze niet gelukkig is in haar leven.

Grace komt haar vader, als hij op zijn sterfbed ligt bezoeken en Stoner realiseert zich, dat hij graag iets voor zijn dochter heeft willen doen om haar pijn te verlichten, maar hij weet, dat hij dat niet kan.
Zijn dochter vraagt hem tijdens haar bezoek: ‘Arme papa, je zult het wel niet makkelijk hebben gehad in je leven?’ En hij antwoordt: ‘nee, maar ik geloof niet dat ik dat gewild heb.
Maar jij was een prachtig kind en natuurlijk je was er altijd. Weet je nog?’

Tussen Edith en William is een nieuwe rust gekomen. Ze hebben zichzelf de pijn vergeven, die ze elkaar hebben aan gedaan.
Stoner keek naar Edith en dacht: ‘als ik meer had geweten, als ik sterker was geweest, als ik het had kunnen begrijpen’ en tenslotte dacht hij genadeloos: ‘als ik meer van haar had gehouden.’

En als Gordon de vriend van Stoner hen komt bezoeken, zegt Edith tegen hem: ‘Wat moet ik zonder hem doen?’

Genadeloos bekijkt Stoner zijn leven, zoals dat op een ander moet zijn overgekomen.
Kalm en redelijk staat hij stil bij de mislukking die zijn leven moet lijken te zijn.
Hij had vriendschap en de intimiteit van vriendschap, de doelgerichtheid en de nog altijd verbindende passie van het huwelijk gewenst.
Dat had hij allemaal gekregen, ook al had hij niet geweten wat hij ermee aan moest.
En hij had liefde gekregen en hij had er afstand van gedaan, had die in de chaos van potentiële mogelijkheden laten ontglippen. ‘Katherine’, dacht hij, ‘Katherine.’

‘Wat had je verwacht, vroeg Stoner zich af.
Hij ademde nogmaals diep. Hij had de indruk, dat hij ergens op wachtte, op een bepaald weten.
Hij was zichzelf en hij wist wat hij was geweest.




zondag 10 maart 2013

A SECOND-HAND-ROSE.

Barbra Streisand
Er is nog één aspect waar ik mee moet afrekenen en dat is de kwaadheid op mezelf, want ik  heb me laten degraderen tot een second-hand-Rose, dat is onder anderen een titelsong van Barbra Streisand, zij zingt het mooi ingehouden en toch met veel gevoel.

Met David kreeg ik een paar jaar geleden een liefdesrelatie, dat resulteerde in een zogenaamd geheim huwelijk. Nadat wij de huwelijksnacht hadden geconsumeerd deelde David mij een paar dagen later mee in een mail en dan ook nog in één zin, dat hij geen intimiteiten meer met mij wilde delen, dat wilde hij alleen nog maar met zijn vrouw beleven.
Een donderslag bij heldere hemel. Ik snapte het niet. Hoe..wat…waarom?
Ja, schreef David, de liefde stroomt niet meer……. 

Later begreep ik, dat hij leed aan bindingsangst, wat heel begrijpelijk is, gezien zijn verleden.
Enfin, ik was zo flexibel als de pest en dat schrijf ik zo, omdat ik wel enigszins soepel kan zijn, maar zo heel flexibel ben ik nou toch ook weer niet.
Na een time-out van een jaar, schreef David, dat het liefde was wat hij voor mij voelde en dat hij de angst had overwonnen en hij wilde graag weer contact met mij.

Weer hetzelfde liedje, aantrekken en afstoten. Ik heb er al eens eerder over geschreven in mijn artikel ‘Het leven gaat, zoals het loopt.’
Maar waarom ben ik nou zo kwaad op mezelf?

Ik stond erbij en ik keek er naar en had begrip en liefde te over voor David. En mezelf deed ik tekort. Ja en hoe kreeg ik dat nou toch voor elkaar.
Invoelend vermogen en daar is niks mis mee, maar je moet het natuurlijk niet als excuus gaan gebruiken, zoals – juist je raadt het al – ik het deels hanteerde.
Eigenlijk is het laf, want zolang het excuus werkte, hoefde ik geen keuzes te maken.
Dat is mijn valkuil. Het wordt tijd dat ik mezelf vergeef, want wie maakt er nu geen fouten als hij heel veel van iemand houdt. Kortom: wie zich brandt moet op de blaren zitten, maar dat heelt natuurlijk ook weer.

Second-hand-Rose wallpaper
Tja en waarom wil ik geen second-hand-Rose zijn?
Omdat ik mezelf kwaliteit van leven gun, want ik ga geen intimiteiten delen met iemand, die niet zoveel van mij houdt als ik van hem. Dat breng ik niet op.

Ik houd nog steeds van David, alleen niet meer met hart en ziel, want die hebben zich gesloten, niet omdat ik het zo wilde, maar omdat dit gewoon gebeurde.



zaterdag 2 maart 2013

.... EN DAT SPEELT ZICH AF VOOR MIJN OGEN.

Verwachting hangt er in de lucht, als ik naar buiten en dus naar mijn meer kijk.
Dat doet mij denken aan vorig jaar, toen ik hier nog niet zo lang woonde en iedere morgen vol verwondering naar buiten keek.

Eenden en zwanen in bonte verzameling bijeen bevolken het water in de nabijheid van het strandje, waarop ik een goede kijk heb. Ook vogels van diverse pluimage zwieren door de lucht, nemen een duikvlucht en scheren weer omhoog het zwerk in.

Dan maken zich twee prachtige zwanen los te midden van de hele wirwar en drijven, alsof ze uit één lichaam bestaan, gelijkmatig en statig naast elkaar op.
Getweeën drijven ze naar mijn zicht toe, alsof ze mij een blik gunnen op hun liefdeleven en weten, dat ik iedere morgen studeer voor voyeur.

Want dan en voor het gemak noem ik ze in dit verhaal Zeus en Leda, strengelen zij hun lange halzen om elkaar heen en drijven ze blindelings, aaneengesmeed en niet gehinderd door Jan met de zwanenpet, hun eigen koers.

Oh, oh, daar zie ik een andere zwaan zich losmaken uit de groep en zij drijft vastbesloten, statig en beheerst in de richting van het liefdespaar.
Ja, ja dat is Hera, zij maakt zich op voor een confrontatie en Zeus vanuit zijn ooghoek ziet haar komen. En wat doet hij, de linkmiegel?
Hij maakt zich los van Leda en haar achterlatend zwemt hij Hera tegemoet en slaat zijn lange hals dan ook snel om haar hals. Leda staat erbij en kijkt er naar.

En dan gebeurt er iets, wat mij nog steeds met grote spijt vervult.
Mijn telefoon gaat en geconditioneerd als ik ben, loop ik er naar toe en neem de hoorn op om daarna meteen weer naar het raam te lopen.

Wat is er tussentijds geschied? Ik weet het niet, want het is weer één kluwen van eenden, vogels en zwanen. En ik zie noch Zeus, Hera en Leda.
Maar dan ontwikkeld zich het volgende hoofdstuk voor mijn ogen. Zeus en Hera komen samen aangedreven, zo gelijkmatig alsof ze met een onzichtbare draad verbonden zijn en gezamenlijk stevenen ze naar Leda, die nog nietsvermoedend aan de rand van het meer iets aan het eten is.

Ineens ziet Leda het paar aankomen! En je ziet haar denken: ‘oh nee, hier heb ik helemaal geen zin in, wegwezen’ en zij zwemt meteen na hooghartig haar lange nek te hebben ingehaald, naar elders.
Zeus en Hera zijn helemaal onthikt. Nou wilden zij toch hun goede bedoelingen aan Leda duidelijk maken door middel van een goed gesprek!
Nou ja ….

Zeus en Hera zwemmen verward en niet meer door een onzichtbare draad verbonden, heen en weer. Kijken elkaar verbijsterd aan, alsof ze willen zeggen:
‘asjemenou, wat hebben we nu toch misdaan?’ Ze zijn de onschuld zelve!

Leda zie ik tersluiks over haar afwezige schouder kijken en ze ziet tot haar opluchting, maar ook enigszins rancuneus, dat het paar in de war is.
En Leda eet rustig verder haar brood.

Het echte leven en dat speelt zich allemaal af voor mijn ogen!

vrijdag 1 maart 2013

IK WIL NIET DIT EN IK WIL NIET DAT.

Vandaag ben ik de beschaving zat

Ik wil tieren en klieren
Met een overdadige zak mayonaise met
patat.

Men zegt, dat de beschaving synoniem is aan
het zich fatsoenlijk gedragen.
Dat wil ik mij vandaag niet eens
afvragen!

Vroeger werd er zwaar gestraft
En werden de onbeschoften gewoon
aan de galg ter dood gebracht
Dat is mij in ieder geval bespaard gebleven.

Alhoewel, ik heb vandaag van de beschaving last
En naar een gedicht van Annie M.G.

Annie M.G. Schmidt
 Heb ik het helemaal gehad.
Ik wil niet dit en ik wil niet dat.

Met mij is geen land te bezeilen
Sla met de deuren en smijt met de teilen
Roep door het raam ongehoorde dingen
Naar mensen van naam en faam
Die mij potverdorie ook nog vrolijk toe staan
te zingen.

Ga weg, ga weg….
Hoe vaak moet ik dat nog herhalen
Tot slot dan maar een gedicht voor op mijn graf
Mocht men mij toch willen kielhalen.

      Hier ligt Anna in de armen van de dood
      Rusteloos, hetgeen haar omgeving verdroot,
      spookte zij rond in aardse dreven.
      Ja rust is niet een ieder gegeven.
      Mooi, dat zij nu niet slapen kan
      zij is veel te blij met deze man.

      Zelfs in de dood, denkt zij
      te leven!