zondag 24 februari 2013

EEN ARTIKEL KAN HEEL DIRECT OVERKOMEN....

Schrijven op zich is niet zo moeilijk, maar invoelend zijn en dat beeldend beschrijven is een ander verhaal.
Ik werd nog eens met de neus op de feiten gedrukt, toen mijn nichtje B zei, dat ze geschrokken was van mijn verhaal ‘Een leven lang knokken geblazen.’
'Volgens mij was je verschrikkelijk boos,' zei ze.

Was ik dat? Nee, totaal niet, integendeel.
Maar ik snapte wel, waarom zij dat zo voelde.

Het stuk is geschreven aan David, aan niemand anders. Hij weet waarom ik dit schrijf en ik hoop nog steeds, dat hij begrijpt hoe ik het bedoel. Hij heeft dat tot voor kort altijd aangevoeld.
Niettemin heb ik het stuk nogal in staccato geschreven, omdat ik niet wilde uitwijden, mijn motieven helder wilde weergeven en het geschrevene niet te lang wilde maken.
Daardoor kan het artikel misschien agressief overkomen en aanvoelen, alsof ik het in een boze bui heb neergepend.

Nee dus. Ik houd van David, wij hebben echter, ieder vanuit een ander motief, besloten om afscheid van elkaar te nemen. De consequentie is evenwel, dat wij ons door een rouwproces heen moeten worstelen.
En ik kan hem alleen nog maar op deze manier bereiken, tenminste als hij mij leest en op de hoogte is gesteld door derden, dat ik een blog beheer. 't Is niet anders.

dinsdag 19 februari 2013

HET LEVEN VIEREN.

Misschien heb je het zelf wel eens meegemaakt.
Toen alles nog leuk en speels was
Je gaat het geheugen van je mobiele telefoon leeghalen en dan komt er een onverwacht berichtje tevoorschijn:
'Ik houd van je en hoop, dat ik nog héééél lang van je mag blijven houden.'

Je denkt, dat je alles hebt vernietigd van de ex-geliefde, omdat je niet wilt blijven steken in herinneringen, om een tijd later bij het zoeken naar een bepaald iets, ineens te stuiten op het bericht, dat begint met: ‘allerliefste…..’ Het is alsof hij zomaar uit het niets, op de meest onverwachte momenten naar voren kan springen, dit om je niet toe te staan hem te vergeten. 
Terwijl je net hebt bedacht, dat hij gewoon net als iedere man  opportunistisch is en gericht op comfort en het bekende. En dan komen die lieve woorden plotseling te voorschijn en dat knalt, alsof het niks is, door alle barrières heen, recht naar binnen. Vloeken helpt niks.


De prins, die geen prins was dus
 Gelukkig komt het niet geregeld voor, want je hebt hartgrondig schoon schip gemaakt. Niet zeuren dus. Een lekker, leuk leven opbouwen, weg met alle soesa en gaan met die banaan.

Ach ja, ’t is immers allang over, toch?
En wat had je nou aan hem
Altijd was er wat
Soms was je wel eens gelukkig
Maar meestal was er spanning
Dus waarom nu ineens die inbreuk op je inmiddels weldadig bestaan?

Wellicht is het verstandiger om de leuke, lieve, vrolijke, gekke dingen naar boven te halen…. en misschien, nee je weet het wel zeker, vergeet je hem daarna.

Zijn soms onverwachte humor
De vele raakvlakken, die jullie vierden
Het zachte, het vrolijke, het vertrouwde
Bye, bye....
De botsingen veroorzaakt door oud zeer
En die altijd weer heel snel opgelost werden
Zijn stem,,,

Wat zou hij nu aan het doen zijn?
Zou hij nog wel eens aan je denken?
Och wat maakt het ook uit
Hij is er immers niet meer.

Terwijl jullie toch het leven zelf zijn, of liever waren.
C'est la vie.


zondag 17 februari 2013

ONZE HELDEN OP SOKKEN?

'Misschien, omdat vrouwen moediger zijn en mannen kiezen voor comfort, opportunisme en het bekende.'

Bovengenoemde citaat staat in een interview, dat Corine Koole (Volkskrant) had met Johan (60) leraar wiskunde, die elke maand zijn minnares op de zolder van de jeugdherberg ontmoet.
Ik heb in het woordenboek (van Dale) eens opgezocht hoe opportunisme precies wordt omschreven, welnu:

'Het handelen zonder bepaald beginsel, naar de eisen van het ogenblik, waarbij men er naar streeft iedere omstandigheid ten voordele van zichzelf of zijn partij aan te wenden.'

Geen verheven doel dus, want de mannen kiezen ook nog eens voor comfort en het bekende…. onze helden op sokken?
Wie wil er nou zo’n man? Maar ja, als alle mannen zo zijn, dan zou dat betekenen, dat heel veel vrouwen water bij de wijn doen. Waarom?

Of zou het opportunisme en gemakzucht bij mannen in de genen zitten, nog van oudsher? Daar moet dan een reden voor zijn.
En in dat kader vraag ik me af, waarom vrouwen moediger zijn dan mannen. Waarom zit dat eventueel in de vrouwelijke genen?
En als vrouwen moediger zijn, waarom blijven ze dan hangen aan zo’n oppervlakkige klungel? Waarom hakken zij niet de knoop door en zetten manlief buiten de deur?
Blijven ze hopen tegen beter weten in?

Maar is de bewering van Johan waar? Ik weet het niet.
Waar zijn de mannen, die niet op eigen gewin uit zijn, maar op een leven vanuit een beginsel?

Waar zijn de vrouwen, die niet zeuren, maar weten wat ze willen en daar naar handelen?

Is het een kwestie van emancipatie of een kwestie van mannen, die van Mars komen en vrouwen, die van Venus komen? Of is het allemaal onzin?

maandag 11 februari 2013

ITALIAANSE SCHOENEN (Henning Mankell)

Het boek 'Italiaanse schoenen' van Henning Mankell kan niemand onberoerd laten. Mankell heeft namelijk de moed om de grenzen van het taboe te overschrijden.

De ik-figuur - Fredrik - heeft zijn geliefde Harriët, toen ze beiden begin twintig jaar waren, zonder bericht van de één op de andere dag in de steek gelaten. Fredrik lijdt namelijk aan bindingsangst en Harriët kwam 'te dichtbij'. Dit riep emoties bij hem op, die hij niet kon hanteren en benoemen. Ook heeft hij zich, na een conflict op zijn werk (hij is chirurg), uit de maatschappij teruggetrokken en woont nogal eenzaam in het huis van zijn grootouders 'in the middle of nowhere'. Tragisch dus.
Harriët bleek in verwachting te zijn van Louise, toen Fredrik haar in de steek liet en zij heeft hem dat nooit laten weten. Louise heeft, tijdens haar problemen als kind en puber, geen steun ervaren van haar moeder. Harriët schreeuwde vaak tegen Louise in plaats van haar te steunen en te begeleiden. Louise heeft nooit geweten wie haar vader was. Harriët vertelde haar alleen een aantal bijzaken.
Ook Fredrik heeft later geen enkele moeite gedaan om Harriët op te sporen, alhoewel hij altijd van haar is blijven houden.
Louise woont nogal eenzaam in een caravan en is soms ineens verdwenen. Ze gaat dan reizen, daar waarheen de weg haar brengt. Een vierde belangrijke persoon in het verhaal is Agnes (zwemster) een ex-patiënte van Fredrik. Zij is één van haar armen kwijtgeraakt en kan daardoor niet meer aan de topsport meedoen. Ze vangt nu pupillen (drie) op, die geen enkele instantie meer wil opnemen, omdat ze onder anderen vaak weglopen.

Kortom: de personages zitten verstrikt in conflicten, die in de loop van het verhaal verhevigen.
De beschreven mensen zijn weerbarstig, eigenzinnig en de taal is navenant, maar is sober en eenvoudig én waar een wereld aan levenservaring en emoties achter schuil gaat.
De eerste zin, die Harriët uitspreekt als ze Fredrik na jaren weer ontmoet is: 'je stinkt uit je mond'. Louise vecht letterlijk met haar vader en Harriët drinkt. Niks wordt verdoezeld, zelfs het verdoezelende wordt niet weggemoffeld.

Harriët komt na jaren met haar rollator en doodziek Fredrik onverwacht bezoeken. Ze wil, dat hij en haar dochter elkaar ontmoeten - de ontmoeting organiseert ze plompverloren en zonder overleg.
Harriët wil bij haar vroegere geliefde Fredrik sterven, want ze is ernstig ziek en verwacht binnenkort stervende te zijn.
Harriët heeft nooit begrepen waarom Fredrik haar in de steek heeft gelaten, maar ze is hem niet vergeten.

Harriët woont na haar bezoek aan Fredrik weer in haar eigen huis. Louise en zij hebben ruzie gemaakt met Fredrik, die nu alleen op zijn eiland woont en de dochter is gaan reizen.
Fredrik heeft bovendien nog een tweede conflict uit te vechten.
Hij heeft namelijk bij zijn vroegere patiënte Agnes, de verkeerde arm geamputeerd. Agnes heeft hem voor de medische tuchtraad gedaagd en hij is verantwoordelijk voor het gebeurde bevonden.
Waarop Fredrik ontslag neemt en zich terugtrekt op het eiland, waar zijn grootouders hem een huis hebben nagelaten.

Voordat Harriët overlijdt, wordt voor alle vier de personen duidelijk waar hun menselijke tekorten liggen. Fredrik voelt, dat zijn dochter hem nodig heeft, omdat ze een eenzaam mens is. Harriët wil tijdens haar terminale fase als een soort gezin samen leven met haar dochter en Fredrik. Beiden verzorgen haar dan ook gedurende de laatste weken van haar leven. Louise zet daarvoor haar caravan op haar vaders eiland. Frederik heeft Agnes en haar drie pupillen aangeboden om bij hem te komen wonen. Bindingsangst kan hij zich dus niet meer veroorloven en dat wil hij ook niet meer.
Alles ligt in de toekomst verborgen, het boek heeft een open einde met de verwachting, dat er nog veel mogelijk is.

zondag 10 februari 2013

SOMMIGE DINGEN VERANDEREN NOOIT!

Ik ben woedend!

Een geboren en getogen Groningse ben ik. Eerst heb ik kennis genomen van de Chili salpeter en nu weer de aardbevingen.
Over de Blauw Stad heb ik al eens geschreven, dus daar heb ik het even niet over.
De prachtige graanvelden

De salpeter moest mijn opa met zijn blote handen over het land strooien. Zijn handen helemaal kapot vanzelf. Maar dan de Chilenen, die nepgeld ontvingen voor hun werk. Tien tot twintig uur per dag werken in de mijnen. Tijdens de opstand, die uiteindelijk uitbrak werden er 1500 mensen doodgeschoten.
En dan worden nog niet eens de gewonden mee geteld.

Gaswinning in Slochteren
Zou de gewone man in de straat meer blijken te weten, dan de hoge heren? Nee geld is het belangrijkste en de hoge heren weten net zoveel als Jan-met-de-pet. Alleen, zij houden de zaak graag zo lang mogelijk onder de pet.
Iedereen wist al voordat de gaswinning plaatsvond, dat er aardbevingen zouden volgen.
Vanzelfsprekend heeft een probleem vele invalshoeken en een besluit kan alleen genomen worden op grond van nuancering en afwegingen daarvan.

En dan de minachting, die de rijke boeren vroeger voor hun arbeiders en -gezinnen hadden. De boeren zelf waren overtuigd van hun eigen goedheid. Ach, ach….
Een hereboerderij in Groningen
Gelukkig is er sindsdien  veel veranderd. Ten goede!

Terecht merkte één van de heren vanmiddag in het programma van ‘Buitenhof’ op:
‘laten wij niet over het verleden praten, maar laat ons overleggen hoe wij de problemen, opgeroepen door de aardbevingen, kunnen oplossen.
Want als het kalf verdronken is, dempt men de put.’

Sommige dingen veranderen nooit!

vrijdag 8 februari 2013

DROMEN: IN HISTORISCH PERSPECTIEF


De mens heeft altijd geprobeerd om grip te krijgen op de betekenis van zijn dromen. In de meeste oude beschavingen werd geloofd, dat dromen boodschappen van de goden bevatten.

De in spijkerschrift opgetekende teksten uit Assyrië en Babylonië daterend van eind vierde millennium voor Christus schilderen een maatschappij waarin de priesters en koningen in hun dromen waarschuwingen ontvangen van de god Zagar.

In de oeroude Joodse traditie ging men al uit van het inzicht, dat de levensomstandigheden van de dromer voor de duiding even belangrijk zijn als de droominhoud. Een uitgangspunt, dat voor het moderne droomonderzoek nog net zo geldt.

De Babyloniërs en de Egyptenaren respecteerden en prezen de Israëlieten als droomduiders. Daniël voorspelde aan de Babyloniërs, dat de koning Nebukadnezar zeven jaar krankzinnig zou zijn (Daniël 4:535). Jozef door zijn broers als slaaf aan Egypte verkocht, wist zich uit zijn armoede op te werken tot een positie met aanzienlijke macht, dank zij een juiste duiding van de droom van de farao over de zeven vette en zeven magere jaren (Genesis 41:138).

De Egyptenaren (2040-1786 voor Chr.) hebben veel gedaan aan het systematiseren van de droomduiding en hebben hun methode opgetekend in de Chester Beatty-Papyrus en dat zien wij terug in de moderne verklarende droomwoordenboeken.
De oude Grieken hebben flink van de Egyptenaren geleend en meer dan 300 schrijnen voor droomorakels gebouwd.
De mensen, die deze schrijnen bezochten, werden onderworpen aan de slaapverwekkende macht van Hypnos, de god van de slaap, terwijl hij hen met zijn vleugels koelte toewuifde. Sliep men eenmaal, dan kon de god Morpheus boodschappen, waarschuwingen en voorspellingen doorgeven. Vele schrijnen werden beroemd als centra voor genezing. Zieken sliepen daar in de hoop bezocht te worden door Aesculapius, de god van de genezing, die hen ter plekke genas, terwijl de dromer lag te slapen, omringd door ongevaarlijke gele slangen.
Men zegt, dat Aesculapius heilige slangen naar de schrijnen stuurde om de wonden van de dromers in hun slaap te likken en hen zo te genezen.
De caduceus, twee slangen gekronkeld rondom een staf, geldt in de westerse symboliek nog steeds als een symbool van genezing.

Plato
Plato, vierde eeuw voor Christus, nam een minder mystiek standpunt in en was van mening, dat de droom in de lever zetelde. Hij schreef sommige dromen toe aan de goden, maar andere aan wat hij in zijn geschrift ‘De Republiek’ noemde ‘de wetteloze animalistische aard van de mens, die naar boven komt in de slaap. Terwijl Plato preludeerde op Freud (meer dan 2000 jaar later) liep zijn leerling Aristoteles op het twintigste-eeuwse wetenschappelijk rationalisme vooruit met zijn visie, dat dromen werden opgewekt door zuiver zintuiglijke oorzaken.

Hannibal
Het geloof in de voorspellende kracht van dromen bleef wijdverbreid en heeft naar verluidt, de loop van de Romeinse geschiedenis beïnvloed, zowel Hannibals epische reis over de Alpen als Ceasars inname van Rome is mede het gevolg van dromen.
In de tweede eeuw na Chr. vatte de sofist Artemidorus van Daldis – die twee keer kort en raadselachtig voorkomt in Julius Ceasar van Shakespeare – de wijsheid van afgelopen eeuwen samen, die grotendeels al lag opgetekend in de grote bibliotheek van de Babylonische koning Asoerna in Nineveh. Hoewel veel van zijn duidingen in hedendaagse oren vreemd klinken was Artemidorus in een aantal opzichten verrassend modern. Hij wees op het belang van het karakter van de dromer voor het analyseren van dromen en herkende de aard en frequentie van seksuele symbolen.
Zijn stelling, dat een spiegel het vrouwelijke voor de man en het mannelijke voor de vrouw vertegenwoordigde, loopt vooruit op Jungs concepten anima en animus.

Horoscoop
Azië heeft ons op droomgebied verscheidene interessante invalshoeken te bieden. Over het geheel genomen is de oosterse benadering filosofischer en beschouwender van aard dan de westerse. Er wordt meer gelet op de geestesgesteldheid van de dromen, dan op de voorspellende waarde van de droom.
Chinese wijzen onderscheiden verschillende lagen in het bewustzijn en bij het interpreteren van dromen hielden ze rekening met de lichamelijke toestand van de dromer en ook met zijn horoscoop en bovendien met de tijd van het jaar.
Zij geloofden, dat het bewustzijn het lichaam in de slaap verliet en naar verschillende rijken in een andere wereld reisde. De dromer wakker maken voordat lichaam en geest verenigd waren, kon bijzonder gevaarlijk zijn.

Ook Indiase rsis (zieners) geloofden, dat het bewustzijn verscheidene lagen telde. Zij maakten onderscheid tussen waken, dromen, droomloze slaap en samadhi – de vervoering, die op de verlichting volgt. Een passage over het duiden van dromen in de Atharvaveda, een filosofische tekst van circa 1500-1000 voor Chr. leerde, dat een reeks dromen, de samenhangende problemen oplosten of hun wijsheid prijs gaven.
De hindoeïstische traditie hechtte en hecht grote waarde aan persoonlijke droombeelden, die bij de duiding ingebed worden in een groter stelsel, dat is opgetrokken rond de symbolische attributen van goden en demonen. De oude hindoeïstische traditie, dat sommige symbolen universeel zijn en andere persoonlijk, zou later ook door Freud en Jung worden aangehangen.


Mohammed in Medea
De Arabieren, die door de oosterse wijsheid werden beïnvloed, gingen verder met het onderzoeken van de droomwereld en publiceerden droomgidsen en een geweldige schat aan duidingen.
Mohammed, die uit het niets opdook, legde de grondslag voor de islam na een droom, waarin hij zijn profetische roeping ontving. Latere dromen van hem werden de kern van de religieuze orthodoxie. In de koran bezoekt de engel Gabriël Mohammed in een droom en leidt hem op een zilverkleurige merrie naar Jeruzalem en vervolgens naar de hemel, waar hij Christus, Adam en vier apostelen ontmoette, de ‘Tuin der Lusten’ bezocht en instructies van God kreeg.

Het geloof, dat dromen goddelijk bezield konden zijn, bleef in de eerste eeuwen van het christendom gemeengoed en werd in de vierde eeuw na Chr. zelfs verwerkt in de leer van een aantal kerkvaders, onder wie Johannes Chrysostomus en Augustinus.
De christelijke orthodoxe leer begon echter afstand te nemen van droomduiding en voorspellende dromen. De dromen in het Nieuwe Testament werden gezien als ondubbelzinnige boodschappen van God aan de apostelen en andere grondleggers van het christendom. Voorspellen was overbodig, omdat zo vond men, de toekomst in Gods handen lag. In de middeleeuwen ontkende de kerk de mogelijkheid, dat de gemiddelde gelovige een goddelijke boodschap kon krijgen, omdat God zich alleen via de kerk openbaarde. De dominicaanse theoloog Thomas van Aquino vatte de orthodoxe positie in de dertiende eeuw samen, toen hij adviseerde dromen geheel te negeren. Maarten Luther, die in de zestiende eeuw met de katholieke kerk brak en de protestantse reformatie op gang bracht, beleerde, dat dromen ons in het beste geval alleen onze zonden toonden.

De droomduiding was echter te sterk geworteld in het bewustzijn van de gewone man om zomaar van tafel te kunnen worden geveegd. Toen vanaf de vijftiende eeuw in Europa het gedrukte boek begon te verschijnen, floreerden de droomgidsen, veelal gebaseerd op het werk van Artemodorus. Ondanks hun naïviteit vervulden deze droomwoordenboeken een nuttige rol, omdat ze de droominterpretatie uit handen van zieners en priesters haalden en deze zo voor iedereen toegankelijk maakten.
Hoewel de wetenschappelijke rationalisten in de achttiende eeuw geloofden, dat dromen weinig te betekenen hadden en de duiding ervan een vorm van primitief bijgeloof was, werd de interesse voor dromen steeds sterker onder de gewone mensen. Ook begonnen dromen als prominente thema’s op te duiken in literatuur en kunst, omdat de nieuwe romantici, onder leiding van visionairs als Wiiliam Blake en Goethe, de aanspraken van de rationalisten verwierpen en opnieuw de nadruk legden op de waarde van het individu en de creatieve kracht van de verbeelding.

Fichte, filosoof
In de negentiende eeuw begonnen zelfs in  Europa de filosofen als Johann Gottlieb Fichte (1762-1814) en Johann Friedrich Herbart (1776-1841) dromen te zien als een psychologische studie en zo werd de weg vrijgemaakt voor een revolutie in de droomtheorie, die aan het eind van de negentiende eeuw begon met Sigmund Freud.


In 1899 publiceerde Freud zijn monumentale werk ‘De droomduiding’. Zijn studie als neuroloog hadden hem er toe gebracht naar de oorzaken van neurosen in het onbewuste te zoeken en na langdurige zelfanalyse raakte hij geobsedeerd door de rol, die dromen spelen bij het open leggen van ons diepste wezen.
Voor Freud was het onbewuste of ‘id’ vooral de zetel van, meestal seksuele verlangens en impulsen, die gewoonlijk door het bewustzijn waren verdrongen.

De meeste dromen zijn eenvoudig wensdromen of uitingen van verdrongen gedachten, die het bewustzijn binnendringen als controle van het ego. (Zie ook www.droomatelierannawijkstok.nl)
Getransformeerd in droombeelden en symbolen verliezen de diepste verlangens hun dwingende kracht en worden hanteerbaar. Hij ontwikkelde psychoanalytische technieken om de gecodeerde symboliek te duiden en wat hij later gingen noemen, de latente inhoud, bloot te leggen, die vervolgens de sleutel tot het onbewuste was.

De in Zwitserland geboren psycholoog Carl Gustav Jung werkte tussen 1909-1913 nauw samen met Freud, maar kon zich hoe langer hoe minder vinden in Freuds axioma, dat achter droomsymbolen een seksuele lading schuil ging. Jungs visie op dromen en de werking van de geest in het algemeen vormen een interessant tegenwicht voor Freuds visie.

mythe
Jung liet zijn irrationele kant, waaraan hij in zijn fantasieën als kind en in zijn dromen al veel ruimte had gegeven, steeds meer toe en via een proces van zelfontdekking, dat hij gedetailleerd optekende, kwam hij tot zijn invloedrijke theorie van het ‘collectieve onbewuste’ de opvatting, dat de geest een groot reservoir van symbolen bevat, waaruit mannen en vrouwen, ongeacht uit welke cultuur afkomstig, in hun dromen en verbeelding kunnen putten. In het collectieve onbewuste liggen de archetypen opgeslagen – dat zijn de machtige beelden en thema’s, die de basis vormen van mythen, godsdiensten en symboolstelsels – overal ter wereld en die ook onze meest universele dromen bevolken.

Hoewel in onze tijd als aanvulling op Freud en Jung talloze nieuwe technieken voor droomduiding zijn ontwikkeld, is het merendeel toch gebaseerd op het pionierswerk van de twee grote psychologen aan wie we de theorieën over het onbewuste en collectieve onbewuste hebben te danken. De psychoanalyse en de analytische psychologie blijven de kern van het psychologische onderzoek naar dromen en hun symbolische betekenis.

donderdag 7 februari 2013

DROMEN, betekenisniveaus


Sigmund Freud
Voor de interpretatie van dromen is inzicht in de verschillende lagen van de menselijke geest vereist. Eén van de meest gebruikte modellen is waarschijnlijk nog steeds het ‘viertrapsmodel’ van Freud en Jung.
Niettemin is er nog veel te doen voordat de droomwetenschap voor eens en altijd afgerond zal zijn. Intussen breidt het bestand door andere vormen van analyses en casestudies zich uit. Huidige en toekomstige droomwetenschappers kunnen dus over meer dan voldoende materiaal beschikken.

Het viertrapsmodel.

HET BEWUSTZIJN wordt geleid door het ego – het ‘ik’ dat in de buitenwereld kan handelen en over een wil beschikt. Het bewustzijn is het rationeel denkende, zelfbewuste deel van onze geest.

HET VOORBEWUSTE bevat materiaal, dat op commando voor het bewustzijn toegankelijk is, bijvoorbeeld: feiten; herinneringen; ideeën en motieven.

HET PERSOONLIJK ONBEWUSTE bevat half-vergeten herinneringen, verdrongen trauma’s en gevoelens van ongeaccepteerde motieven en verlangens.
Freud noemde dit niveau het 'íd’. In zijn visie de primitieve, instinctieve kant van de mens, die door het ego beteugeld moet worden.

HET COLLECTIEF ONBEWUSTE is een genetisch doorgegeven laag van de geest, die in de opvatting van Jung voor het menselijke ras fungeert als een onuitputtelijke historisch magazijn. Het is een opslagplaats van ideeën, symbolen, thema’s en archetypen, die de grondstof vormt van ontelbare mythen, legenden en religieuze systemen.

Er zijn drie belangrijke groepen dromen:

NIVEAU 1 is het meest oppervlakkig. Deze dromen gebruiken voornamelijk materiaal uit het voorbewustzijn. Droombeelden op dit niveau mogen vaak letterlijk genomen worden.

NIVEAU 2 heeft te maken met materiaal uit het persoonlijk onbewuste. Het gaat in deze dromen vooral om de symbolische taal, waarvan een groot deel bij de aard van de dromer hoort.

NIVEAU 3 verwijst naar – zoals Jung het noemde – ‘grote dromen’. In deze dromen wordt materiaal verwerkt uit het collectief onbewuste en er worden alleen symbolen en archetypen gebruikt.

Het bovenstaande is gebaseerd op twee theorieën.

  1. uiting geven aan verdrongen verlangens en instincten (Freud);
  2. 
    
    Jung
  3. het collectieve onbewuste, dat cruciaal is voor ons welzijn en niet alleen de beelden van onze dromen voortbrengt, maar ook die van mythen, legenden en religieuze opvattingen (Jung).

Droomonderzoek is één van de weinige gebieden waarop de leek naast de professional, competent kan zijn. Men heeft geen andere instrumenten nodig, dan een aantekenboekje en een pen voor het opschrijven van de dromen, wat hulp bij de interpretatie (een boek) en de motivatie. Gewapend met deze minimale hulpmiddelen kan ieder mens dieper in zijn droomleven doordringen en zijn eigen conclusies trekken over de functie en waarde van zijn of haar dromen.

DE TAAL VAN DE ARCHETYPES

Archetypes
In 'grote dromen' verschijnen archetypes als symbolen of personificaties van goden, godinnen, helden, heldinnen, fabeldieren, kwade en goede machten. Ze krijgen een vorm, die ons bewuste denken het meest vertrouwd is.
Aanhangers van Jung benadrukken echter, dat wij ons nooit met afzonderlijke archetypes mogen identificeren, omdat elk archetype niet meer dan een deeltje van ons totale zelf vertegenwoordigt.
Archetypische dromen komen vooral voor in een overgangsperiode, zoals het begin van de lagere school; de pubertijd; adolescentie; eerste kind; middelbare leeftijd; menopauze en het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. Ze komen ook voor in onrustige en onzekere tijden en markeren vooruitgang in het individuele proces en de geestelijke volwassenheid.

Veel archetypische dromen kennen magische reizen of zoektochten, die symbolisch zijn voor het zoeken naar een bepaald aspect van onszelf. Een terugkerend thema in sprookjes is bijvoorbeeld de jonge held, die naar een vreemd land reist om zijn mannelijkheid of ware zelf te ontdekken, voordat hij terug komt om een jonkvrouw in nood te redden. Dit symboliseert een reis naar het onbewuste, waarin de dromer zoekt naar fragmenten van zijn psyche, omdat de integratie daarvan zijn zelfvertrouwen vergroot.

Ook een bekende reis is de nachtelijke zeereis, waarop de held wordt verslonden en bijna vernietigd door het monster, dat hij probeert te verslaan. Net als in het Bijbelse verhaal van Jonas en de walvis, lukt het de held het monster van binnenuit te verslaan, te ontsnappen om uiteindelijk het land te bereiken. Dit is een symbolische voorstelling van de geslaagde zoektocht naar de levensenergie.

Het onderwerp: Dromen in historisch perspectief komt binnenkort aan de orde.

woensdag 6 februari 2013

HET SCHARNIERPUNT (de droom van Anna)

Anna droomt, dat David in het ziekenhuis ligt en ze wil hem graag bezoeken. Op de één of andere manier krijgt ze het voor elkaar om buiten het bezoekuur om David te zien en te spreken.

Als ze arriveert in de kamer waar David ligt, slaapt hij en voorzichtig gaat ze op de vensterbank zitten en kijkt naar hem.
Na verloop van tijd slaat hij zijn ogen op en is blij verrast, dat ze er is.
Maar al snel laat hij haar op een belerende toon weten, dat hij niet beschikbaar is,
voor de zoveelste keer en Anna zucht eens diep, maar David is nog niet uitgesproken en zegt, dat ze een andere man moet kiezen, iemand, die vrij is.
Moeder aarde wijst de weg.
Anna wil eerst tegenspreken, maar ineens slaat haar stemming om en ze antwoordt hem, dat dit goed is. Ze zal het een kans geven.

En omdat in een droom alles mogelijk is, verwijst David haar naar een andere kamer, waar een man ligt, die beschikbaar is. Ze wuift naar David en gaat op zoek en ze vindt vrijwel meteen de betreffende man.
Ze beginnen te praten en na verloop van tijd krijgen ze een relatie, ze beleeft ook een paar magische momenten met hem, maar als ze naast zijn bed zit en nadenkt, of dit het is wat ze wil, komt ze tot het inzicht, dat deze man maar een klein stukje van haar hart bezit. En ze denkt: ‘nee, dit is te weinig voor een relatie. Ik heb behoefte aan een intensief, diep contact en deze man raakt mijn ziel niet.’
En ze neemt afscheid.

Nou moet ze natuurlijk naar David terug om hem te vertellen, dat het experiment niet gelukt is en daar ziet Anna verschrikkelijk tegenop, want ze denkt, dat hij meteen zal gaan zeuren en haar weer weg zal sturen om weer iemand anders te zoeken.
Ze heeft er genoeg van, maar ze vindt toch, dat David het recht heeft om te weten wat er werkelijk gebeurd is en dan moet ze zijn jeremiade maar over zich heen laten komen.
Maar ze zal hem vertellen, dat ze zelf wel kan beslissen wat ze wel en niet wil. Punt uit.

Aldus gewapend gaat ze de ziekenhuiskamer binnen van David en vertelt hem, dat ze een paar magische momenten met de betreffende man heeft beleefd, maar dat dit haar niet voldoende is voor een relatie. ‘Ik heb afscheid genomen, zegt Anna en nu neem ik ook afscheid van jou.’

En dan gebeurt er iets, wat ze nooit verwacht heeft.
In plaats van David, ligt Anna nu in het ziekenhuisbed en zit David naast haar.
Hij buigt zich over haar heen en kust haar intensief, liefdevol en teder en dan voelt ze, dat David van haar houdt.
En daarmee eindigt de droom en dit verhaal.

Er volgen binnenkort twee artikelen over dromen.
Het eerste artikel gaat over de betekenisniveaus en het tweede laat dromen in historisch perspectief zien.

dinsdag 5 februari 2013

HET SCHARNIERPUNT (deel 4)

Als Ester slaapt, herleest Anna de mails van toen en alle gevoelens komen weer naar boven: de liefde, die ze voor David voelt, de vertedering, angst, spanning, machteloosheid en de pijn.

Och Anna, eigenlijk zijn er alleen tranen en stilte.
Ik voel je zo dichtbij, zo dicht bij
En ook het gemis.
Wat ben je mooi, dank je wel.
En je haar zo zacht.
Zo prachtig, dat je aangevoeld hebt, dat er een plechtig moment was.
Je hebt 'de ring' omgedaan en je mooi gemaakt.

Lecha Dodi zingen de joden elke vrijdag, elke sjabbat in sjoel of thuis.
Ze zingen Lecha Dodi, dat betekent 'Kom Bruid'.
De sjabbat is de bruid waar de jood elke dag naar verlangt en vrijdag komt ze.
De bruid van vrede en stilte.
Ze zet de wereldse zorgen even aan de kant.
De bruid van verbondenheid door alles heen.

Vrijdag, iedere vrijdag zal ik Lecha Dodi neuriën en zingen.
Het liefst doe ik dit op een tijdstip, dat jij aangeeft.
Het is een prachtige melodie en tekst.
Het is te vinden op You Tube, zodat je weet wat ik voor je zing.

Ik durf niet steeds te schrijven: 'ik hou van je'.
Ik durf het niet, mijn vingers willen het steeds wel.
Ja Anna, het is een soort afscheid vandaag.
Zo intensief als het tussen ons was, dat kan niet meer,
Dat wil ik ook niet meer
En ik wil het wel voor altijd!
Dat wil ik wel!
Ik kus je.

De volgende ochtend.

Lieve mooie vrouw
Het is niet zo en het is wel zo
Je bent mijn vrouw
Ik ben doodsbenauwd om dit te schrijven
En ik wilde het ook niet schrijven
Er zit heel veel pijn in,
Want het is niet zo.
En het is ook wel zo,
Je bent mijn vrouw.

Ik kus je en ik ben diep geraakt door jou, door ons.
Door het grotere! David



Veertien dagen later.

Hoi hoi Anna

Ik wil je een mooie sjabbat wensen en je vertellen, dat ik om acht uur vanmorgen voor je heb gezongen.
David zingt
Veel wil ik je schrijven, maar weet niet of het er uitkomt zoals ik wil.
Ik kus je wel en Anna, nu aarzelen mijn vingers,
Ik wil niet, dat jij je enige illusies maakt.
Ooit schreef ik je 'mijn vrouw'.
Het is zo gegaan: ik wilde mezelf tegenhouden toen, maar liefde overmande me en mijn vingers schreven het toch.
En ik heb liever, dat je rouwt, me vervloekt, dan dat jij je verdere leven in de illusie leeft, dat ik bij je zal komen.
Ik ben hier en ik blijf hier. Dit jaar en ook de volgende jaren.

Het zou heel goed kunnen zijn, dat wanneer ik hier in warmte en waardering had geleefd, ik nooit op jouw berichten was ingegaan, maar ik ben er wel op ingegaan en het werd liefde.
Zo is het gegaan en zo is het nu.

Ik hou van jou en als ik dit schrijf, dan is dat niet exclusief!
Liefde zit in vriendschap, in verbondenheid, in speels kunnen zijn met elkaar en nog veel meer wat ik met jou ervaar, maar je bent en je wordt niet 'mijn vrouw'.
Ik hou wel van Yvonne en dat is voor het leven, ook al zou dit vol zuur zijn.
Ik zal bij haar blijven, gewoon voor mezelf, want dit is mijn en haar leven.
Ik wens je nu sjabbat sjalom en door alles heen kus ik je.

David

En Anna herleest ook nog eens de aantekeningen, die ze maakte naar aanleiding van wat David toen mailde:

'Ik voel mij verbijsterd, want ineens is de liefde tussen ons verworden tot een niet exclusieve vriendschap of zo iets? Of is dit ook een vorm, waarin hij uiting geeft aan zijn angsten?
Ik ben ten prooi aan de meest verwarrende gevoelens en weet niet hoe te reageren. Ik heb hem nooit gevraagd om zijn vrouw te verlaten, integendeel, ik heb hem geadviseerd om eerst aan zijn relatie met Yvonne te werken. Ik kan met mijn gevoelens geen kant op.
In ieder geval zal ik hem eerst gerust stellen.

En dan komt de laatste mail van David.

Lieve Anna

Mijn hart breekt bij de weinige woorden, die je schrijft over rouw en de mail met jouw sores, die je niet hebt verzonden.
Ik denk, dat ik jouw hart nog meer breek door te schrijven, dat ik hier de streep zet.
Het klinkt koud en toch zeg ik: 'Anna, ik wil nu rust.'
Niet chatten, afscheid nemen doe ik ook niet, rust wil ik.
Ik kus je, teder kus ik je.
Natuurlijk lees ik je als je schrijft.
En als het echt nodig is, dan reageer ik.
Maar voor nu: rust in mezelf.
In liefde geef ik je een kus.

En dan komt Anna aan haar laatste aantekeningen:
'Uit pure machteloosheid word ik kwaad en heb ik hem alle mails - bijna 800 - die hij mij geschreven heeft, retour gezonden, zodat hij nog eens opnieuw kan lezen wat hij mij geschreven heeft.

Daarop mailt hij Anna: "Mevrouw, u hebt macht over mij, ik wil vluchten of vechten en dat kan niet, want ik leid momenteel een belangrijk congres. Ik kan geen kant op en ik ben bang voor u ....'

Anna denkt eerst dat het een grap is, maar het is geen grap, dat begint langzaam tot haar door te dringen.
En nu weet ze, dat hij toen zijn vertrouwen in haar kwijt raakte.
Als Anna eindelijk in slaap valt, droomt ze van David.

(wordt vervolgd)











maandag 4 februari 2013

HET SCHARNIERPUNT (deel 3)

Een jaar later is Ester, een goede vriendin van Anna op bezoek en zij
schenkt voor hen beiden een glas wijn in, terwijl ze tegelijkertijd vraagt: ‘hoe is dat toch afgelopen tussen jou en David?
Je zegt het goed, antwoordt Anna, het is afgelopen tussen ons.
’t Was toch een grote liefde, als ik me goed herinner?
Ach, dat was alleen aan mijn kant zo. Hoezo Anna,’ verbaast Ester zich, of
wil je er niet over praten?
Jawel, alhoewel het mij nog steeds een heel ongemakkelijk gevoel geeft.’

Maar dan vraagt Anna toch aan Ester: ‘tot hoever ben je ook weer precies op de hoogte? En Ester antwoordt:’ ik weet, dat David met jou een zogenaamd huwelijk wilde sluiten, omdat hij plechtiger en dieper met jou verbonden wilde zijn, maar daarna begonnen de problemen, want David werd bang en angstig.

Ja, zegt Anna gelaten, ineens was de liefde, die hij voor mij voelde niet meer exclusief, maar een soort vriendschap geworden. Wacht, ik zal je de mails, die er toe doen laten lezen. Anna loopt naar haar werkkamer om de betreffende mails voor Ester op te zoeken en even later komt ze met wat papieren in de hand weer binnen en geeft ze aan Ester.
Terwijl Ester met interesse leest, nipt Anna bij de open haard aan haar wijn en staart nadenkend in het vuur.

‘Anna,’ begint Ester heel direct: ‘deze man houdt van je, maar hij zit in de knel. Hij kan geen kant op. Hij moet hulp zoeken, iemand moet hem helpen hier uit te komen.’
Hij is bij een therapeut zegt Anna, het is niet aan mij om hem hier uit te halen.
Het is zijn leven en hij beslist daarover. Ik wil geen druk op hem uitoefenen.’
‘Je moet hem helpen Anna,’ dringt Ester aan.
Maar dan wordt Anna driftig en zegt ze vrij heftig: ‘en hoe stel jij je dat dan voor mevrouw de psycholoog? Ik kan niet eens meer in contact met hem treden, alle communicatiekanalen zijn voor mij gesloten en ook al was dat niet zo, hij is geen klein kind, dat ik bij de hand kan nemen. Sorry Anna', zegt Ester meteen,' ik ga wat te snel van start, maar ik heb altijd de indruk gekregen, dat jullie voor elkaar bestemd waren en ik gun het jullie zo!'
'Laat het los Ester, er zijn teveel problemen, waar hij zelf uit moet zien te komen en als
hij er niet uitkomt, dan is het niet anders. Hij doet zijn best en daarmee basta, of je het er
nou mee eens bent of niet. Je kunt geen ijzer met handen breken.' zegt Anna zeer beslist.

(wordt vervolgd)

zondag 3 februari 2013

HET SCHARNIERPUNT (deel 2)

Na ruim een maand van over en weer mailen, waarbij de intimiteit van het contact steeds dieper en intenser wordt, schrijft David aan Anna.

Lief, lieve Anna

Dit is een andere mail, dan je verwacht. Een plechtige mail!
Anna, wij zijn aan een nieuwe fase toe.
Ik wil me met jou voor langer verbonden weten.
Voor jou allemaal gek om te lezen, maar door mij vannacht bedacht en uitgewerkt.
Ik hoop, dat ik de goede woorden en de juiste toon vind.

Lieve Anna, hoe moet ik het zeggen.
De luchtige dagen van weleer zijn voorbij. Ik wil me anders binden met je,
plechtiger, dieper en ik zoek naar manieren om hiervoor een vorm te vinden.
Dit zijn de voorstellen en ik hoop dat je er uit leest, wat ik voel en bedoel.

Ik wil dat de vrijdag een speciale dag wordt voor jou en mij.
Dat jij je mooier kleedt en verzorgt dan op andere dagen.
Koop twee identieke kandelaars of misschien heb je ze al? Want dan vraag ik je, ze te wassen met je zachte handen -  jij hecht aan mooie dingen en je hebt smaak. De kandelaars bewaar je voor de vrijdag. Verder wil ik graag, dat je op You Tube beelden zoekt van vrouwen, die het licht op vrijdagavond zegenen.
Niet om het precies net zo te doen, maar als leidraad, zodat je geïnspireerd raakt en het tot je eigen gebaar kunt maken.

De laatste mail, die je me stuurde lieverd, heb je geschreven in de nacht en straks als ik jou teruggeschreven heb, ga ik van je dromen en dan slaap ik nog een uurtje of zo.
Dank je wel, weer ben ik ontroerd door de zachte liefde, die je me laat lezen.

Anna, neem de tijd om te wennen aan wat ik schrijf.
Ik wil, dat je de ring, die je in 'mijn tijd' hebt gekocht, beschouwt als mijn ring.
Gek, ik weet niet hoe hij in je leven is gekomen, zag je hem ergens?
Wilde je hem al lang?
Een steen overdwars, mooi. Beschrijf hem nog een keer voor mij als je wilt.
Wil je dat? De ring als symbool van jouw en mijn verbintenis?

Dag lief, David

Anna, er komt nog meer, nog veel meer.




Later ontvangt Anna de volgende mail.

Anna, heus het gaat goed met mij, alleen een beetje anders dan anders.
Ik voel de terugslag van de versmelting
En ik voel me afgescheiden van je.
En dat is ook zo, wij leven niet bij elkaar.
Ik heb weer heerlijk gedroomd van je, maar wel 80 kilometer bij jou vandaan.
Het is een grote vreugde virtueel bij je te mogen zijn, maar zoals jij het al veel eerder hebt gevoeld dan ik, is dat ook super pijnlijk.

Wij hebben intimiteit en afstand.
Yvonne voelt, dat ik weg ben en ik moet een beetje terugkomen bij haar.
Ik kus je verschrikkelijk diep in je mond en je keel, zodat je er bijna misselijk van wordt.
Ik kruip in je en onze tanden raken elkaar.
Ik duw je mond wijd open en steek mijn tong zo ver in je als ik kan en nog verder. Je voelt de angst in mijn mond.

David

Deze laatste mail hakt er in bij Anna, omdat ze David's  pijn en angst voelt. Hij wil in haar kruipen om zich veilig te voelen. Is het angst voor zelfverlies, waar hij last van heeft? Voelt hij zich verscheurd door Yvonne, zijn vrouw aan de éne kant en Anna aan de andere kant? Waar zit het dilemma?
Al in een vroeg stadium heeft David, Anna laten weten, dat ze rekening moet houden met soms een tijdelijke terugtrekking zijnerzijds, om zichzelf te hervinden. Heeft hij alleen tijd en rust nodig?

Zal ze in staat zijn hem te helpen met zijn pijn en angst? Anna weet, dat hij vlucht als hij bang is en hij heeft haar laten weten, dat hij dan graag wil, dat ze hem geruststelt. Ze voelt zich ontroert en een grote tederheid neemt bezit van haar, maar zijn mail roept ook een vreemd soort spanning op.

(wordt vervolgd)

zaterdag 2 februari 2013

HET SCHARNIERPUNT

Een paar maanden lang al bestookt zij hem met haar mails zonder dat hij haar verrast met een antwoord en dan ziet ze ineens tot haar schrik en verbazing dat hij haar schrijft.

Dag Anna
De wereld is wit en mooi, straks is het Kerstmis en ik ga je toch maar eens terugschrijven.
De aanhouder wint dus toch een beetje.
Kijk, ik geloof niet, dat ik je kan overtuigen, maar probeer het toch.
Jij houdt van mij en je haat me ook.
Ik zou je willen overtuigen, dat het beter voor je is om mij los te laten.
Stop met je fantasie, dat ik meer voor je voel dan achting, dat wil ik hier duidelijk geschreven hebben. Je kwelt jezelf.

Maar als je mij niet kunt loslaten en toch wilt blijven schrijven, maak het dan een beetje leuk voor jezelf en mij.
Schrijf over de mooiste momenten in je leven. Over de diepe dalen, die je hebt bewandeld; over de liefdes, die je hebt gevierd; over je lievelingsrecepten. Verder over je mooiste reizen en over de dingen, die je wilt schrijven, omdat ze bij je opkomen.

Je hebt een leuke manier van schrijven en wie weet begint het met het schrijven van brieven aan mij en eindigt het met een boek.
Ik groet je hartelijk en wens je vredige, warme en leuke dagen.

Hartelijke groet, David.

Een gevoel van opwinding maakt zich van Anna meester, eindelijk een opening! 't Ja, in wat eigenlijk?
Ze weet alleen, dat ze zich zo gesloten voelt als een pot en dat ze David nodig heeft om door de blokkade heen te komen.
Waarom en wanneer die blokkade is ontstaan kan Anna niet verwoorden, ze is zich van dat feit bewust, maar al die gevoelens, die ineengestrengeld liggen te wachten om ontrafeld te worden roepen een gevoel van grote angst bij haar op.
Het idee, dat David de enige is, die haar kan redden klinkt dramatisch en 'over the top', ze weet het, maar ze kan er niks aan veranderen. Ze heeft hem nodig en ze zal wel zien waar het schip strand.

(wordt vervolgd)