zaterdag 18 mei 2013

HET IS NIET ALTIJD DAT, WAT HET LIJKT TE ZIJN

In de Volkskrant van 11 mei j.l. schrijft Haro Kraak over het boek ‘Stoner’ en waarom dit nou juist in Nederland zo’n enorme klapper werd.
Titelheld?

Eén van de citaten is: de lethargische goedzak Stoner blijkt bij uitstek de titelheld waarmee Nederland zich wil identificeren.

En een andere is: veel mensen in Nederland hebben de afgelopen halve eeuw flinke stappen op de sociale ladder gemaakt en ze voelen zich net als Stoner: een buitenstaander.
De buitenstaander?



In ieder geval identificeer ik mezelf niet direct met ‘Stoner’, want ik zou nooit van zijn levensdagen passief zijn gebleven in dat huwelijk en geaccepteerd hebben, dat mijn dochter van mij vervreemdde et cetera.
Stoner doet mij denken aan mijn grootvader en David.

Mijn grootvader had vertrouwen, gevoel van eigenwaarde, was integer en een wijs mens, dit zijn allemaal eigenschappen, die ik in ‘Stoner’ meen te herkennen. Maar een lethargische goedzak was mijn grootvader zeker niet.


David is in staat het leven te nemen, zoals het komt.
Hij heeft niet het actieve, dat mijn grootvader en mij kenmerkt. Wij ondernemen actie, zo niet David en Stoner.
Zij zijn in staat de dingen, die hen overkomen te ondergaan en dat bewonder ik.
Oppervlakkig gezien lijkt het misschien lethargie, maar ik vind het van moed getuigen om negatieve gevoelens en emoties te durven voelen, dat is pas actief leven.

En een goedzak? Ik vind Stoner - ook al was dit niet zijn intentie - om de drommel geen goedzak.

Nogal wreed lijkt het mij, als jij je dochter en vrouw buitensluit.
Uiteindelijk sluit hij ook zijn geliefde Katherine buiten zijn leven, door niet met haar mee te gaan, als zij vertrekt.
Stoner geeft zich rekenschap van het feit, als hij op sterven ligt, dat hij niet genoeg heeft gehouden van Edith.
Waarschijnlijk hield Stoner niet voldoende van zichzelf om zich ten volle te kunnen geven aan Edith, zijn dochter Grace en Katherine.
Hij geeft zich wel volledig aan zijn werk en studie, daarmee identificeerde hij zich, dat is zijn identiteit.
Hij voelde, dat hij zichzelf kwijt zou raken als hij met Katherine mee zou gaan en hij wist ook, dat Katherine dit niet zou kunnen verdragen.

In David herken ik de angst voor vernietiging; in mijn opa niet.
Zoals ik al eerder schreef, houd ik van de figuur Stoner, omdat hij mij doet denken aan mijn grootvader en David, die ten opzichte van elkaar zeer verschillend van aard zijn. Ze zijn beiden van grote invloed geweest op mijn leven, omdat ik veel van ze heb gehouden.

Het enige waarmee ik me enigszins kan identificeren zijn de stappen op de sociale ladder, maar voel ik me daardoor een buitenstaander? En als ik was blijven wonen en werken in Groningen? Ja, dan misschien wel, ik ben niet voor niets vertrokken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten