Hiernaast staat het boerderijtje van mijn overgrootouders. Het is getekend door één van mijn nichtjes.
De boerderij bestaat niet meer, want hij is opgeofferd aan de Blauwe Stad in het Oldambt in Groningen.
Het plan is failliet verklaard en hoe cynisch dit ook
klinkt, wij wisten, die daar geboren en getogen zijn, dat dit zou gebeuren.
Mijn moeder zei altijd: 'het is de koudste plek van Nederland. Hoe verzinnen ze het.'
Ze vertelde, dat dit kwam door het veengrond, dat geeft altijd kou af en verzakt vroeg of laat.
's Zomers is het daar prachtig. Wijds, fris en mooi!
Links staan de grote bomen waaronder wij thee dronken. Midden in het veld woonden mijn overgrootouders en later woonden een oom en tante met hun drie kinderen daar ook om ze te verzorgen. Mijn oom wilde een tuincentrum beginnen, maar dat is niet gelukt, want hij kreeg geen toestemming van overheidswege. Er kwamen teveel bezwaarschriften binnen. Angst voor concurrentie.
Dat was, vertelde zijn dochter mij eens, de teleurstelling van zijn leven.
Rechts zien wij een deel van de fruitbomen, dat was het appelhof, vol met appels, peren, kersen.,,,,
Voor het huis stonden de bessenstruiken, rode, witte en zwarte, ook klapbessen, frambozen en aardbeien waren er volop. De tuin was groot en grensde aan een natuurlijk watertje 'De Tjamme'. Kippen waren er, ook koeien, later niet meer, maar in mijn herinnering moesten ze gemolken worden.
Nee, niet door mij, ik heb dit allemaal niet meegekregen in mijn genen.
Er was ook een kwaaie hond, Hector genaamd 'hij doet niks', zeiden ze tegen mij en probeerden mij over te halen dat grote enge beest te aaien. Ja, ik keek wel uit, straks had ik geen hand meer.
Meestal lag hij aan de ketting voor zijn hok, dat vond ik zielig, maar wel zo veilig.
Als ik terugkijk op mijn leven, zie ik, dat wij onder het theedrinken met elkaar wastobben vol bonen stroopten. En dan al die verhalen, die verteld werden, vast ook roddels. Mijn opa bijvoorbeeld vertelde altijd over 7 kippen, 7 zwarte en 7 witte. En dan moesten wij raden hoeveel kippen er dus waren. Veertien natuurlijk!
Nee, dat was niet zo en dan begon mijn opa opnieuw te vertellen over die 7 kippen. En de truc? Ik weet het niet meer en kan dat niet uitstaan.
Vol vrede en rust lijkt het nu, dat is vast niet altijd zo geweest, maar in mijn herinnering geeft het de sfeer van het plaatje hiernaast weer. De zon die scheen en wij verwerkten lachend met elkaar al die bonen. Alles werd geweckt, ook het fruit.Wintervoorraad dus en het kreeg allemaal een plek in de kelder. De vrouw des huizes liet dit altijd trots zien - prachtige kleuren - aan haar bezoek, die dit naar behoren bewonderden. Ook werd zuurkool in het vat gemaakt met een grote steen erboven op.
En dan 's winters: wakker worden met de ijsbloemen op de ramen, schaatsen op grachten en kanalen, daarna chocolademelk drinken als wij koud en moe thuiskwamen. Mijn moeder, die ons iedere avond een sprookje voorlas of zelf een verhaal ter plakke verzon. Een warme kruik werd alvast in ons bed gelegd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten