donderdag 10 januari 2013

LIEFDE EN MORAAL

Het is niet de vraag 'hoe te leven, maar hoe lief te hebben' stelt de Britse filosoof Simon Critchley in het interview in de Volkskrant, de dato drie januari jongstleden.

Een paar dagen al denk ik na over zijn opvattingen, verwoord in bovengenoemd interview en heb in vele opzichten een andere mening, omdat ik anders in het leven sta dan hij.
Ik ervaar leven en liefde niet als tegenstellingen, maar zie ze als complementair aan elkaar, dus zonder liefde geen leven en geen leven zonder liefde.
Waar ik het wel mee eens ben is, dat liefde moeite kost en discipline vereist, zoals ook het leven dit vraagt.

Bovengenoemde filosoof predikt het slechte geweten, want schuldgevoel is fantastisch, denkt hij, omdat bij meer schuldgevoel in de wereld de kans verkleint, dat mensen willekeurig worden verstoten of vermoord.  Op die manier geeft hij zijn eigen evangelie vorm, schrijft de interviewer.                                        
                                                                                        
Tja, het oude schuldgevoel als middel om ons te gedragen?
Misschien werkt het voor sommige mensen, maar ik waag het te betwijfelen.
De winst van deze tijd vind ik nu juist, dat de verscheidenheid aan mensen meer tot uiting komt. Er zullen altijd zorgzame mensen zijn, maar om nu iedereen op te leggen zorgzaam te moeten zijn….?!
Eén geheel is dit schilderij van A. Vogels.
In vorm en kleur geeft het de verscheidenheid
van het leven weer. 
Juist de verschillen hebben wij van elkaar nodig, niet alleen de overeenkomsten.
Ook dit zie ik als complementair aan elkaar, door de verschillen raak je in gesprek, ga je nadenken. Je hebt feedback van elkaar nodig om eventueel bij te kunnen stellen.

Critchley wil 'mens zijn in relatie tot anderen' centraal stellen, maar daarvoor moeten wij onszelf veranderen, want wij zullen ons idee van autonomie daarvoor moeten opgeven, omdat wij de liefde gereduceerd hebben tot een wederzijdse uitwisseling van gunsten. Het moet makkelijk en aangenaam zijn. Op die manier kan ik ook houden van een bloem of van een kat. Maar naar mijn kat verlang ik niet. Liefde is iets raadselachtigs voor ons geworden, aldus de heer Critchley.

Het lijkt erop, alsof bovengenoemde filosoof het gevoel heeft, dat vroeger alles beter was.
Waarom teruggrijpen in deze tijd naar de normen en middelen van toen? Alhoewel ik erop tegen ben om het kind met het badwater weg te gooien, lijkt het mij de moeite waard om ook naar nieuwe vormen te zoeken.
Voor mij is bijvoorbeeld de liefde altijd raadselachtig gebleven, want waarom val ik op de één en niet op de ander? Als ik dat al poog te benoemen wordt het een magere en banale uiteenzetting, want de essentie kan ik niet verwoorden en daar gaat het nu juist om.
In gesprek met jonge mensen bewonder ik vaak hun vermogen om te weten waar hun grenzen liggen en daarnaar te handelen.

De volgende keer meer over deze filosoof, onder anderen: 'Politiek en filosofie hebben religie nodig.'





Geen opmerkingen:

Een reactie posten